Uniek voor Ecomare en misschien zelfs voor Nederland: de vier zeepaardjes die sinds begin dit jaar bij Ecomare werden verzorgd, zijn op 14 mei teruggebracht naar zee! De Texelse duikers Reinier Nauta en Boukje Heidstra droegen de diertjes over de dijk bij het NIOZ en namen ze mee naar een diepte van zo’n 5 meter. Daar lieten ze de visjes tussen het wier los. Een bijzonder moment!
Verkleumd gevonden
De zeepaardjes zijn in januari gevonden op het strand van Texel. Het zijn kortsnuitzeepaardjes, de soort die het meeste voorkomt in de Noordzee. Ze waren op dat moment bevangen door de kou; in de winter trekken ze zich normaal gesproken terug in diepere, minder koude delen van de Noordzee. Bij Ecomare mochten ze in een aquarium betere tijden afwachten. Die zijn nu aangebroken: de zeewatertemperatuur was bij het vrijlaten zo’n 11 graden Celcius. Warm genoeg voor kortsnuitzeepaardjes.
Voldaan aan voorwaarden
De zeepaardjes zwommen bij Ecomare in water van 13 graden. Vandaar dat dierverzorger Jarco Havermans ze op de dijk eerst aan de iets lagere watertemperatuur liet wennen. Vervolgens namen Reinier en Boukje een transportbak met daarin de visjes mee de diepte in. Op de onderwaterbeelden die zij hebben gemaakt is goed te zien dat daar veel wier groeit en er van alles in het water zweeft. Daarmee is aan de andere twee voorwaarden voor een goed zeepaardjes-leven voldaan: aan het wier kunnen ze zich met hun staart vasthouden en er is genoeg plankton om te eten.
Voor het eerst
Het was voor Ecomare een unieke gebeurtenis. Niet eerder werden er zeepaardjes in het centrum opgevangen. Jarco kijkt tevreden en met enige trots terug op de geslaagde opvangperiode: “Zulke kleine diertjes hebben heel klein eten nodig. In de natuur zweeft dat gewoon rond, maar bij Ecomare hebben we gefilterd water. Ik heb ze gevoerd met mysis – heel kleine garnaaltjes. Ik ben erg blij dat ze het zo goed hebben gedaan.” Omdat de voortplantingstijd van de zeepaardjes eraan komt, was bij het uitzetten goed te zien welk geslacht de visjes hadden. Jarco: “Een van de zeepaardjes had een duidelijke broedbuidel. We hadden dus drie vrouwtjes en één mannetje. Bij zeepaardjes ontwikkelen de eitjes zich namelijk in een broedbuidel van het mannetje.”