Dieren die hier niet thuishoren maar per ongeluk terechtkomen, noemen we dwaalgasten. Ze verdwalen bijvoorbeeld door storm, stroming of een navigatiefout. Dit overkomt niet alleen vogels, zoogdieren of insecten, maar ook vissen. Van de verdwaalde vissen spoelden de afgelopen weken twee markante voorbeelden aan: maanvissen en zeepaardjes.
Zeepaardje op het strand
Eind december werd op drie plekken een kortsnuitzeepaardje gevonden: op Terschelling, bij Wassenaar en op Texel. Kortsnuitzeepaardjes worden wel vaker gezien, maar het zijn altijd zeldzame waarnemingen. Drie kortsnuitzeepaardjes in een week is wel heel bijzonder.
Te koud
Zeepaardjes zijn heel aparte vissen met hun grijpstaart, vooruitstekende snuit en korte vinnetjes. Ze gebruiken hun staart om zich vast te grijpen aan bijvoorbeeld zeegras. Ons deel van de Noordzee is het meest noordelijke deel van het verspreidingsgebied van het kortsnuitzeepaardje. Maar in de winter komt hij hier normaal gesproken niet voor, dan is het water te koud. De kortsnuitzeepaardjes die in december op het strand lagen, waren dus verdwaald. Toch zijn het geen dwaalgasten, omdat ze in de zomer wel in de Waddenzee en Oosterschelde voorkomen. Ze planten zich er zelfs in lage aantallen voort.
Groot en rond
Maanvissen zijn het andere uiterste van zeepaardjes: groot en rond. Ook deze vis heeft een onmiskenbaar uiterlijk. Logisch dus, dat het wel opvalt als er een maanvis aanspoelt. Het gebeurt af en toe dat er een dode maanvis op het strand wordt gevonden, een levende is echter heel zeldzaam. Op 22 december werd een levende maanvis bij Texel gevonden. Deze wordt nu tijdelijk opgevangen in het Noordzee-aquarium van Ecomare. Op 3 januari werd opnieuw een levende maanvis gezien, dit keer bij Den Helder. Deze vis is door omstanders teruggezet in zee. Omdat het zeewater nu te koud is voor deze soort, zal hij mogelijk opnieuw aanspoelen.