Er blijven zeehonden binnenkomen in de zeehondenopvang van Ecomare! In het najaar zijn dat eigenlijk altijd longwormpatiënten. Het zijn jonge gewone zeehonden die ernstig verzwakt zijn doordat hun longen vol wormen zitten. De laatste drie hebben een toepasselijke naam gekregen voor deze tijd van het jaar: Pepernoot, TaaiTaai en Sint.
Pepernoot in de opvang
Parasiet
Longwormen zijn een echte kinderziekte voor zeehonden. Ze krijgen er alleen last van in hun eerste levensjaar, en dan nog uitsluitend als hun weerstand laag is. Larven van deze parasiet zitten in vissen. Door het eten van vis, krijgen de zeehonden ze binnen. Bij een gezonde zeehond krijgen de wormen geen kans om zich ongebreideld te vermenigvuldigen, bij een zwakke of heel jonge zeehond kan dat wel gebeuren. En dan komen de longen van zo’n dier vol wormen te zitten. Met ademnood en longontsteking tot gevolg.
Steeds zieker
Zeehonden met een longworminfectie liggen te hijgen op het strand, vaak met bloed rond de neus. Doordat ze geen lucht krijgen, kunnen ze niet meer duiken. Daardoor vermageren en verzwakken ze nog meer. Als een longwormpatiënt op tijd wordt gevonden, lukt het in de opvang vaak om ze er, met medicijnen, weer bovenop te krijgen. Als de longen al helemaal aangetast zijn door de infectie, is zo’n dier niet meer te redden. De dierenarts kan dan besluiten hem uit zijn lijden te verlossen.
In de quarantaine
Momenteel zorgen de dierverzorgers voor tien jonge gewone zeehonden in de opvang. Zes ervan, waaronder Sint, Pepernoot en TaaiTaai, verblijven nog in de quarantaine. Dankzij de medicijnen zijn ze inmiddels wel allemaal van de wormen af. De dieren die binnen liggen moeten nog verder aansterken voor ze naar buiten worden verplaatst.
TaaiTaai in de quarantaine