In deze tijd van massale verkoudheid en gesnotter is het een wel heel toepasselijke vondst: een snotolf! Fotograaf René Pop trof een vrouwelijk exemplaar van een halve meter aan op het Texelse strand bij Paal 33. De dode vis had eitjes in haar buik maar was niet meer tot het afzetten ervan gekomen.
Kenmerken
Snotolven zijn niet echt moeders mooiste. Het zijn plompe, hoekig vissen, met een ruwe schubloze huid met benige platen, waarop in zeven lengterijen knobbels staan. De stompe kop met kleine ogen en grote bek geven de vis een chagrijnige uitstraling. De buikvinnen zijn vergroeid tot een soort zuignap, waarmee ze zich kunnen vasthechten. Vrouwelijke snotolven kunnen een halve meter lang worden, mannetjes blijven meestal kleiner dan 30 centimeter. De snotolf die René Pop vond, had dus zo’n beetje haar maximale lengte bereikt.
Paaien
Snotolven paaien in de winter. Ze zetten hun eitjes af in ondieper water. De mannetjes bewaken en verzorgen de eitjes. Gedurende 6 tot 8 weken waaien ze met hun borstvinnen zuurstofrijk water over de eipakketten, tot het moment dat ze uitkomen. Tijdens de paaitijd zijn de mannetjes lichtgevend oranje-paars gekleurd. De vrouwtjes zijn grijs-blauw.
Voorkomen
Snotolven komen langs de Nederlandse kust vrij algemeen voor. Ze leven in het noorden van de Atlantische Oceaan, de Noordzee en de Oostzee op een diepte tot 400 meter. De laatste jaren gaat het goed met deze vissen. Ze worden daarom vaker gezien.