De gemarmerde sidderrog
Solitaire rover
Gemarmerde sidderroggen kunnen tot een meter lang worden, maar halen vrijwel nooit meer dan 80 centimeter. Het zijn oasedieren: je vind ze het meest bij zeegras- of rotsvelden die omringd worden door zandbodems. Ze graven zich overdag in het zand in en gaat ’s nachts op jacht naar de dieren die op en rond het zeegras en de rotsen leven. Kleine bodemvis, bij ons vooral grondeltjes, en kleine kreeftachtigen staan op het menu.
Tot 200 Volt
Sidderroggen hebben aan weerskanten van hun ogen twee niervormige organen, die bestaan uit aangepast spierweefsel. Het zijn in feite biologische batterijen. De sidderrog kan er stroomstoten mee opwekken. Bij de jacht op visjes en garnalen gebruikt de rog pulsen van ongeveer 70 Volt. Er zijn gevallen bekend van roggen die stroomstoten van 200 Volt bij 8 Ampère konden opwekken. Die extra sterke stoten gebruikt de vis als hij bedreigd wordt.
Echt levendbarend
De meeste vissen leggen eieren, en sommige soorten haaien en roggen zijn eierlevendbarend. Dat wil zeggen dat de eieren in het moederdier rijpen, de jongen in het moederdier uit de eieren kruipen en dus min of meer echt ‘geboren’ worden. Bij sidderroggen gaat het nog even anders. De vrouwtjes hebben twee baarmoeders. Daarin worden de eicellen bevrucht door het mannetje. Het groeiende embryo wordt niet omhuld door een eikapsel, maar wordt gevoed met een dooierachtige stof. Later, naarmate het embryo groeit, wordt de voedingsstof melkachtig. Als de embryo’s volgroeid zijn worden ze geboren. Het voornaamste verschil met de gang van zaken bij zoogdieren is dat er geen sprake is van een placenta.