Souwie Duinker uit Den Hoorn vond een tijdje geleden op de Hors een vreemde schelp, die ze niet herkende. Hij was heel dik, kalkachtig wit met grijs. Conservator Arthur Oosterbaan kon de schelp ook niet thuisbrengen en ging ermee naar Gerhard Cadée. Samen met zijn broer Martin en Johan ter Poorten, beide kenners van fossiele schelpen, kwamen ze eruit. Het bleek een schelp uit het Boven-Oligoceen te zijn, 23-28 miljoen jaar oud.
De fossiele schelp die gevonden werd op de Hors is wel 25 miljoen jaar oud!
Souwie’s kokkel
De schelp is dus veel ouder dan de ijstijden, maar jonger dan de tijd van de dinosauriërs. De wetenschappelijke naam is Habecardium tenuisulcatum. Wij stellen hier voor om de schelp Souwie’s kokkel te noemen.
Uit Duitsland?
Op Texel vind je schelpen en botten uit de ijstijden, en fossielen van zeedieren die in de ijstijd door gletsjers uit Noord-Europa zijn gekomen. Die komen uit de tijd van de dinosauriërs of ze zijn nog veel ouder. Deze schelp komt uit een periode, waar op Texel nauwelijks iets van gevonden wordt. Waarschijnlijk komt hij uit Duitsland, en is hij via de Rijn in de buurt van Texel terecht gekomen en daarna aangespoeld. Voor de ijstijd lag de Rijn noordelijker dan nu. Dat de schelp een grote reis heeft gemaakt, is hem wel aan te zien. De schelp is behoorlijk versleten!