Bijna een meter groot was hij, de maanvis die afgelopen woensdag bij het Zeeuwse Kamperland werd gevonden. De maanvis was nog helemaal gaaf, dus nog niet lang dood. In deze tijd van het jaar trekken maanvissen van het noorden naar het zuiden. Daarbij lopen ze het risico om in de Noordzee terecht te komen. De vissen zijn oceanen gewend en hebben geen ervaring met ondiep water. Zo komt het dat er elke winter wel maanvissen op het strand worden gevonden.
Molensteen
Maanvissen zijn met zekerheid een van de vreemdst uitziende vissen. Er is geen overgang te zien tussen kop en lichaam, daarom worden ze ook wel ‘zwemmende kop’ genoemd. Aan die vreemde vorm en hun stugge en ruwe huid hebben ze hun wetenschappelijke naam te danken: Mola mola oftewel ‘molensteen’. Ze kunnen wel 4 meter hoog worden.
Winter
De maanvis bij Kamperland is de eerste maanvis die deze winter is gevonden. Afgelopen zomer werd een levende gezien door vogeltellers bij Camperduin. Maanvissen worden elk jaar wel gemeld, maar in sommige jaren zijn het er opvallend veel. Het is onbekend hoe dat komt. Het strandingseizoen is december-januari. Meestal zijn ze kleiner dan een meter, dan zijn ze nog niet volgroeid.
Oceaanvissen
Maanvissen komen in alle oceanen en aangrenzende zeeën voor. Het zijn trage zwemmers die plankton eten. Ze worden vaak plat opzij dobberend aan de oppervlakte gezien, alsof ze aan het zonnebaden zijn. Zwemmen doen ze gewoon rechtop.
Meer weten?
In onze expositie ‘Pronkstukken’ is een model te zien van een grote maanvis die in 1992 in de Noordzee werd gevonden. Ook is er een filmpje te zien van een zwemmende maanvis.