Twee gezinnen die tegelijk aan komen zetten met een fraai fossiel bot aan de balie, dat gebeurt niet vaak. De botten waren een kaak en een ellepijp van grote zoogdieren die tijdens de laatste ijstijd over de mammoetsteppe zwierven, gevonden op het strand.
Indrukwekkende kiezen
Ruud Rijks vond bij Westerslag een stuk kaak met daarin twee zwarte kiezen van indrukwekkend formaat. De heer Rijks en zijn familie zoeken graag naar schelpen en fossielen op het strand. Hij zag meteen dat het om een fossiel bot ging. Bij Ecomare determineerde bioloog Pierre Bonnet het als een stuk kaak van een reuzenhert. De heer Rijks doneerde de kaak aan Ecomare, waar het in de collectie wordt opgenomen.
Ellepijp
De familie Van Brussel zag bij Paal 20 van alles aanspoelen: een zonnebril, een hondenriem en een groot stuk bot. Met het bot togen ze naar Ecomare, om het te laten determineren. Het bleek de ellepijp van een wolharige neushoorn te zijn. De vinders kregen het advies het bot minstens twee weken in zoet water te leggen, om te ontzilten. Daarna kan het ingesmeerd worden met verdunde houtlijm. Zo wordt voorkomen dat het bot uit elkaar valt.
Mammoetsteppe
In de laatste ijstijd, zo’n 20.000-40.000 jaar geleden, was het Noordzeegebied bedekt met een grasvlakte met hier en daar bos. Hertachtigen, zoals het reuzenhert, hielden zich waarschijnlijk op in de meer beboste lagere delen van het gebied. Andere grote zoogdieren zoals steppenwisenten, paarden, wolharige mammoeten en neushoorns graasden op de grasvlakte. De botten van de dieren zijn over de jaren versteend en donker van kleur geworden. Vissers krijgen ze soms in hun netten, of ze komen op het strand terecht wanneer zand van de zeebodem wordt gebruikt voor het verbreden van het strand. Als je geluk hebt, kun je ze op het strand vinden.