We kregen een foto toegestuurd met de vraag: “Vandaag op het strand in Scheveningen hebben wij meerdere van dit soort rubberachtige, ronde dingen gevonden. Wij vroegen ons af wat dit was, maar konden het verder nergens vinden. Hopelijk kunt u ons verder helpen, alvast bedankt!” Conservator Arthur Oosterbaan had geen boek nodig om het antwoord te weten: het is een eikapsel van de grote tepelhoren Euspira catena.
Meer dan normaal
Vanaf begin april kregen wij vragen over deze hard-gelatineuze, doorzichtige, tot 7,5 cm lange halve kragen met puntjes erin. Ze werden op verschillende plekken gevonden: in Noordwijk, IJmuiden, Huisduinen, Texel en Ameland. De grote tepelhoren is bekend van de Nederlandse kust, maar komt zelden in grote hoeveelheden voor. Normaal gesproken vind je tijdens een strandwandeling hooguit een paar schelpen of eikapsels van deze soort. Nu lagen er honderden bij Scheveningen en IJmuiden, en ook op de andere plaatsen waren er meerdere gezien.
Roofslak
De grote tepelhoren is een roofslak die in zandige bodems jaagt op platschelpen, nonnetjes, zaagjes, strandschelpen en andere slakken. Vaak boort hij met behulp van zuur een rond gaatje in de schelp om bij het dier te komen. De eiafzetting is in het voorjaar en de zomer. De puntjes in de kragen zijn de eitjes. Er zitten zowel bevruchte als onbevruchte eitjes in het kapsel. De onbevruchte dienen als voedsel voor de pas uitgekomen slakjes. Of tepelhorens ook Amerikaanse zwaardschedes eten, al jaren verreweg het algemeenste schelpdier van de kuststrook, is onbekend. Omdat deze schelpen aan de boven- en onderkant open zijn hoeven de tepelhoorns geen gaatjes te boren.
Waardoor er nu zoveel eikapsels liggen is onduidelijk. Waarschijnlijk zijn ze losgewoeld in de voorjaarsstorm.