Bij Ecomare is gisteren de eerste grijze zeehondenpup in de opvang binnen gekomen. “Hij is erg mager en heeft een wond aan de achterflippers,” vertelt hoofd dierverzorging Mariette Smit over het dier dat bij paal 21 werd gevonden. Waarschijnlijk is hij al ruim een maand oud en is hij bij het zelfstandig worden verzwakt en gewond geraakt. Bij Ecomare blijft de pup in de quarantaine, tot hij voldoende is aangesterkt.
Witte vacht
De pups worden geboren met een dikke witte wintervacht, tegen de kou. Met die lange haren is het lastig zwemmen, dus gaan ze bij voorkeur niet te water. Na een week of drie verlaat de moeder de pup. De jonge zeehonden beginnen dan te verharen. Na een tijdje zijn ze klaar om te zwemmen en moeten ze zelf leren hoe ze vis moeten vangen. In die fase zat de gevonden pup. De pup is bijna helemaal verhaard, op een klein plukje lang wit haar op zijn rug na.
Op het droge
Voor de pasgeboren jongen is rust van levensbelang. Hoe meer kans het jong heeft om melk te drinken, hoe meer vetreserves hij opbouwt voor de tijd waarin hij op eigen benen moet gaan staan. Hoewel de meeste jongen op droge zandplaten op het wad worden geboren, komen er ook wel eens moeders met jongen op het strand terecht. Omdat de jonge zeehonden het water nog niet in gaan, kunnen wandelaars de pups daar van dichtbij benaderen. Hierdoor durft de moeder het strand niet meer op te komen en gaat kostbare opvettijd verloren. Daarnaast kost stress een hoop onnodige energie.
Rust en observatie
Onnodige opvang van pups kan voorkomen worden door de zeehonden rust te geven, met name in de gebieden waar zij de pups zogen. Wanneer een pup alleen wordt aangetroffen kan het nog steeds zo zijn dat het moederdier voor de pup zorgt. Rust en observatie is dus het devies, de beste plek voor een zeehond is uiteindelijk de zee. Bij twijfel is het goed Ecomare te bellen. De dierverzorgers zullen dan de situatie beoordelen.