De TX27 zag vanmiddag een groot kadaver drijven bij de Stuifdijk: een walvis. In zo’n geval waarschuwt een Texelse visser natuurlijk zijn walvisgekke collega Adrie Vonk. Vonk belde op zijn beurt Rutger Oosterhuis van Het Sop en samen versleepten zij het dier naar de NIOZ-haven om het te bergen. Dit was sowieso noodzakelijk, omdat het een gevaar vormde voor de scheepvaart.
Aan de hand van de vinnen determineerde Vonk het dier als een dwergvinvis. Het kadaver is naar schatting 7 meter lang. De kop ontbreekt grotendeels. Vonk belde Ecomare of daar belangstelling was voor het skelet, maar dat was niet het geval. Pierre Bonnet: “Een dwergvinvis zonder kop, die mag naar de destructie.” Conform het walvisprotocol regelt Rijkswaterstaat de verdere berging en het afvoeren van het gevaarte.
De dwergvinvis is de kleinste baleinwalvis in de Noordzee. In het noordelijk deel van de Noordzee wordt deze soort regelmatig gezien.