Afgelopen weekend heeft de Alkmaarse Helena Stoop op het strand bij Egmond een bijzondere vondst gedaan: een fossiel bekkenbot van een vogel. Zo’n bot wordt wel vaker gevonden, maar dan is dat van een vogel die kort ervoor dood is gegaan. Aan de donkergrijze kleur van dit bot is te zien dat deze oud is. Botten met zo’n kleur komen vaak uit de laatste ijstijd, en zijn dus tussen de 10.000 en 100.000 jaar oud.
Geen oogkassen
Bij een vogel zit het bekkenbot aan de rugkant van het dier. Het bestaat uit een rij wervels die met het bekken zijn vergroeid. Er zitten bij een compleet bot kogelronde holtes aan de zijkant, die bij dit bot ontbreken. Daarin zitten de gewrichten waar de poten aan vastzitten. Vaak zien mensen die holtes aan voor oogkassen en denken ze dat ze een schedel van een of ander dier in handen hebben.
Soort onbekend
Meestal vind je uit de laatste ijstijd botten van grote zoogdieren: paard, steppewisent, wolharige mammoet en wolharige neushoorn. Botten van kleinere dieren zoals de bever zijn veel zeldzamer, laat staan botten van vogels. Helaas is het erg lastig om erachter te komen van welke vogelsoort het zou kunnen zijn geweest. Aan het formaat te zien is het van een vogel ter grootte van een eend, grote meeuw of buizerd. Zulke vogels kwamen hier ook in de laatste ijstijd voor.
Determinatie-mogelijkheid
Misschien kan Bram Langeveld, collega-conservator van Arthur Oosterbaan, van het Natuurhistorisch Museum in Rotterdam, het bot determineren als hij het van alle kanten bekijkt en vergelijkt met andere botten. Vanwege de coronacrisis zal het nog wel even duren voor Bram Langeveld daar de kans toe heeft.