Polder Waal en Burg ligt in het midden van Texel. De bodem ligt zo laag dat er kwelderplanten voorkomen, zoals zeekraal en schorrenkruid. Ook de kreken van het voormalige kwelderlandschap, van vóór de inpoldering, zijn er nog. Langs sommige oude dijkjes van Waal en Burg kun je nu fietsen. Waal en Burg is grotendeels in beheer bij Natuurmonumenten. Het laaggelegen, middelste deel van de polder is het oudste weidevogelreservaat van Nederland. Vroeger was het beroemd vanwege de kemphanen die er broedden.
Waal en Burg: beroemd
De graslanden van de polder Waal en Burg zijn nu beroemd vanwege de enorme aantallen harlekijn-orchideeën die er voorkomen. Er broeden nog altijd veel weidevogels zoals grutto en tureluur. Er staan molentjes in de polder. Ze dienen niet om het water weg te pompen, maar juist om het water erin te laten, zodat het gebied nat blijft. In de winter zitten er veel eenden en ganzen in Waal en Burg, maar bij vorst trekken ze weg. Dan komen de Texelaars hier schaatsen op de ondergelopen weilanden. In de toekomst moet Waal en Burg een aaneengesloten natuurgebied worden door van landbouwgrond natuurgebied te maken. In 2010 is de verhuizing van de boerenbedrijven begonnen.
Natuurmonumenten en Waal en Burg
In 1909 kocht Natuurmonumenten het lage, vogelrijke gedeelte (de Staart) in het midden van de polder aan. Het was toen de eerste keer dat een cultuurlandschap een natuurreservaat werd. De Texelse natuurbeschermer Jan Drijver heeft zich er in die tijd erg sterk voor gemaakt. Deze gebieden vormen nu de laatste restanten van het oorspronkelijke Texelse landschap. Andere gebieden die er net zo uitzagen zijn erg veranderd door de ruilverkavelingen van 1954 en 1967.
Weidevogels in Waal en Burg
De schrale graslanden zijn rijk aan weidevogels. Vooral kieviten, grutto’s en scholeksters zijn er volop. Vroeger was het gebied vooral bekend door het voorkomen van de kemphaan. Waar nu de autoweg de Staart ligt was een baltsplaats. De kemphaan is tegenwoordig geen broedvogel meer in de polder Waal en Burg. In heel Nederland is de kemphaan enorm achteruitgegaan, ook in natuurgebieden.