Ten noorden van het buurtschap Oost, in de polder het Noorden, ligt Drijvers Vogelweid de Bol. Het gebied bestaat uit brede voormalige wadkreken en schrale graslanden er omheen. Sinds 1937 is het eigendom van Natuurmonumenten. Het natuurreservaat ligt tegen de Waddendijk aan, en je kunt het van daar af goed bekijken. Er zijn ook excursies. De Bol is vooral bekend om zijn bijzondere orchideeën, de markante molen, de brakke sloten met bijzondere beestjes en grote groepen eenden en ganzen.
Brak water in de Bol
Het water achter de waddendijk is brak. Voor een deel komt dat doordat zeewater onder de dijk door omhoog komt. In het gemaal bij de Bol is ook een buisverbinding met de Waddenzee gemaakt om zout water in te laten en daarmee het brakke ecosysteem in stand te houden. In het water achter de Waddenzeedijk komen daarom ook wadpieren, wadslakjes, alikruiken en strandkrabben voor. Er leven ook echte brakwaterdieren, waaronder de koornaarsvis, brakwaterkokkels, speciale soorten pissebedden, slakjes en de brakwatersteurgarnaal. Verder komen hier spiraal- en snavelruppia voor, dat zijn kenmerkende brakwaterplanten.
De Bol: Paars van de orchideeën
Uitkijkend over de dijk bij de Bol valt in mei en juni de paarse bloemenkleur in de weilanden op. Dat zijn bijna allemaal orchideeën: harlekijnorchissen en breedbladige orchissen. Zo zie je het nergens anders op de waddeneilanden. Harlekijnen zijn de vroegste orchideeën. De eerste bloemen bloeien bij warm weer al eind april. De grond is kalkrijk, en er is een overgang van brak naar zoet. Daarom staan er zoveel bijzondere bloemen.
Uitbaggeren in the Bol
In 2005 zijn de geulen van de Bol uitgebaggerd. 40.000 ton slib is weggehaald om de bijzondere planten en dieren terug te laten keren. De typische brakwaterplanten waren afgenomen omdat de invloed van het zoute kwelwater afnam. Na de ingreep kwamen ze weer terug. Er kwamen ook meer stekelbaarsjes.
Zeegras in de Bol
In 2014 is in natuurgebied De Bol een proefveld ingezaaid met zeegras. De Waddenvereniging, Natuurmonumenten en de Radboud Universiteit Nijmegen willen met een zeegrasherstelproject proberen om het in de Waddenzee deels verdwenen plantje weer terug te brengen. Daarvoor maken ze gebruik van zaad van zeegrasplanten die groeien op plekken die met laagwater droog vallen, het zogenaamde droogvallende zeegras. Het proefveld van De Bol kent echter geen getij. Voor het eerst wordt gekeken of zaad van droogvallend zeegras ook tot ontwikkeling komt als de planten permanent onder water blijven staan. Wetenschappers denken namelijk dat droogvallend zeegras en de variant die permanent ondergedoken leeft van hetzelfde zaad afkomstig zijn, maar zich anders ontwikkelen. In het proefveld zijn 4.000 zaden uitgezaaid.