De Korverskooi is een eendenkooi, ten noordoosten van De Koog. De kooi is nog steeds in gebruik. Er staat ook een val voor het vangen en ringen van zangvogels. Omdat het er rustig moet blijven is de kooi niet open voor publiek.
De ‘vogelenkooi’ in de Korverskooi
De Korverskooi werd in 1842 als ‘vogelenkooi’ aangelegd. Het doel was uiteraard om zo veel mogelijk eenden te vangen om op te eten. In 1960 kwam hij in beheer bij Staatsbosbeheer. Het was de bedoeling om een einde te maken aan de commerciële vangst van ‘blauwgoed’. Jagers noemen alle eendensoorten behalve de wilde eend zo. Vanaf dat moment werd er vooral gevangen om de vogels te ringen en weer los te laten. Alleen de halftamme boereneenden worden door de kooiker doodgemaakt. Die komen in de pan terecht.
Helgolandval in de Korverskooi
Bij de Korverskooi staat een Helgolandval opgesteld. Dit is een val met netten en gaas om zangvogels te vangen. Dit type val vindt zijn oorsprong op Helgoland, het vogelrijke rotseilandje in de Duitse Bocht. Tot nu toe is dit de enige in zijn soort in Nederland. De trechtervormige val is 40 meter diep en heeft een invliegopening van 25,5 x 6,5 meter. Aan het einde van de fuik zit onder een hoek van 45° een vanghokje. De vogels worden gelokt met fruit, zaden en vogelgeluiden op een geluidscassette.
Lijstertrek in de Korverskooi
Tijdens de herfsttrek worden veel zanglijsters, merels en koperwieken gevangen, en dat is van belang voor het onderzoek aan deze soorten. Van alle vogels worden gegevens verzameld, zoals vleugellengte en gewicht. Vroeger was Texel veel kaler dan nu. Er zijn nu veel meer bosjes op het eiland, en daardoor komt het waarschijnlijk dat er minder lijsters worden gevangen in de Helgolandval dan vroeger.
Opknapbeurt in de Korverskooi
In de loop der jaren is het Korverskooi-terrein behoorlijk verruigd. De oorspronkelijke duinheide werd overwoekerd door planten, bomen en struiken waardoor de heide geen kans meer kreeg om te groeien. Het voormalige weiland en een natte duinvallei zijn daarom door Staatsbosbeheer behoorlijk onder handen genomen. In 2009 zijn delen van het weiland afgeplagd en gebieden die alleen sterk verruigd waren, ‘gechopperd’. Met deze methode wordt een deel van de bovenste humuslaag verwijderd, zodat de planten van natte duinvalleien er weer kunnen gaan groeien. Resultaat is een open gebied waar jonge, nieuwe planten een kans krijgen.