Aan de zuidpunt van Texel ligt de Hors, een brede strandvlakte. Het is het ruigste stuk van het eiland. Op de Hors kun je prachtig zien hoe jonge duintjes ontstaan. Je mag er vrij tussendoor lopen. Op de strandvlakte broeden dwergsterntjes. In de tweede helft van de vorige eeuw zijn op de Hors kunstmatige duinenrijen, stuifdijken, aangelegd die een stuk strand hebben afgesnoerd van de zee. Zo zijn de Horspolders en de Kreeftepolder ontstaan. Het zijn natte gebieden doordat de grondwaterstand hoger werd na de aanleg van de stuifdijken. Er komen bijzondere planten en dieren voor.
De Hors, dankzij wandelende zandplaten
Tot 1700 lag ten zuiden van Texel het Spanjaardsgat. Deze zeearm lag op de plek waar nu de Mokbaai ligt, en liep verder door naar de Noordzee. Ten westen van het Spanjaardsgat lag een zandplaat: de Hors. Deze groeide in 1749 aan Texel vast. In de 20e eeuw werd ook de zandbank Onrust een deel van de Hors. Door de aanvoer van veel zand ontstonden nieuwe duinen en zo kwamen er nieuwe duinvalleien: de Geul in 1927, de Kelderhuispolder in 1930, door de aanleg van stuifdijken de Horsmeertjes in 1964, en de Kreeftepolder in 1980. Daarna zijn er op de Hors een reeks natuurlijke duintjes ontstaan.
Duinvorming op de Hors
Bij een grote toevoer van zand ontstaat duinvorming. Op Texel gebeurt dat alleen op de Hors. Langs de stuifdijken, maar ook midden op de vlakte kan biestarwegras groeien. Meestal verdwijnen deze graspollen weer als tijdens storm de zandvlakte onder water staat. Maar als ze het volhouden gaan ze zand vangen en ontstaan er miniduintjes. Die worden hoger en hoger, als er maar aanvoer van zand is. Als de duintjes zo groot zijn dat het zoete regenwater er in vastgehouden blijft, kan er helm gaan groeien. Dat gras vangt veel meer zand en de duinvorming gaat versneld door. Hoger op de Hors zijn veel jonge helmduintjes te vinden. Daartussen komen riet en andere moerasplanten te groeien zodra de grondwaterstand hoog genoeg wordt.
Dwergsterntjes op de Hors
Rond 1970 broedden er voor de eerste keer dwergsterntjes op de Hors. Sindsdien zijn ze af en toe verjaagd door militaire activiteiten of recreanten of de legsels raakten verloren door overstromingen, maar de vogels kwamen toch steeds weer terug. Sinds 1998 houden de militairen bij hun oefeningen rekening met de dwergsternkolonie. Zolang de vogels broeden komen ze er niet in de buurt. De dwergsterntjes broeden graag op zandplaten omdat zij dicht bij hun voedselbron liggen. Ze leven van kleine visjes, zoals sprot en zandspiering, die talrijk voorkomen in het ondiepe wateren in de buurt van de Hors.
De plantengroei van de Horsmeertjes en de Kreeftepolder
De Horsmeertjes en de Kreeftepolder zijn jonge duinvalleien met een speciale plantengroei. Dat komt niet zo veel voor in Nederland. Inmiddels zijn de Horsmeertjes al meer dan vijftig jaar oud en daardoor verandert de plantengroei. Er komt steeds meer riet. Wilgen en andere bomen worden groter en er is steeds meer humus in de bodem. Toch komen er nog wel bijzondere planten voor. Bij de Horsmeertjes en in de Kreeftepolder staan vleeskleurige orchis, parnassia, groenknolorchis, moeraswespenorchis, dwergbloem en waterpunge. Er groeien ook nog enkele plantensoorten waaraan je kunt zien dat de bodem vroeger zout was. Strandduizendguldenkruid is de meest opvallende. Er komen ook bijzondere paddenstoelen voor, waaronder veel soorten wasplaatjes. In de Horsmeertjes zelf groeit veel kranswier. Dat vind je alleen in schoon zoet water.
De vogels van de Horsmeertjes
Op en rondom de Horsmeertjes zijn veel vogelsoorten te zien. Het open water trekt veel eenden aan: wintertaling, smient, wilde eend, slobeend, tafeleend. In februari en maart zijn er vaak baltsende brilduikers. Er zijn veel futen, die er ook broeden. Ze vissen vaak in de Mokbaai of het Marsdiep. De fuut is verder op Texel schaars. De rietkragen om de beide meertjes herbergen kleine karekieten, rietgorzen, blauwborsten en rietzangers. Schaarse vogels als baardmannetjes, bruine kiekendieven en roerdompen broeden er ook.
Strandplanten op de Hors
Bijzondere planten die altijd vlak bij zee groeien zijn blauwe zeedistel, zeewolfsmelk, zeewinde en zeevenkel. Je vindt ze allemaal op de Hors.