Nederlandse wadden
Het Nederlandse waddengebied heeft vijf bewoonde en drie onbewoonde eilanden. De Afsluitdijk vormt de harde grens met het zoete IJsselmeer. De zeedijken langs de Hollandse, Friese en Groninger kust beschermen de zeekleigebieden die zijn ontstaan door het inpolderen van kwelders. In het oosten ligt de grens met Duitsland bij het Eems-Dollard-estuarium. Bijna de helft van de Nederlandse Waddenzee valt bij laagwater droog, wat gunstig is voor zeehonden en wadvogels.
Kengetallen Nederlandse Waddeneilanden
Texel | Vlieland | Terschelling | Ameland | Schiermonnikoog | |
---|---|---|---|---|---|
Lengte (km) | 23,7 | 12 | 30 | 28 | 18 |
Breedte (km) | 9,6 | 2 | 3,5 | 2,5 | 3 |
Landoppervlakte (ha) | 16.328 | 3994 | 8935 | 5730 | 4056 |
Wateroppervlakte (ha) | 42.500 | 27994 | 58465 | 21543 | 15125 |
Fietspaden (km) | 135 | 26 | 70 | 100 | 30 |
Aantal bezoekers | 922.000 | 140.000 | 500.000 | 554.000 | 300.000 |
Strandlengte (km) | 28 | 12 | 20 | 27 | 18 |
Waddenkustlijn en oppervlakte sterk veranderd
Rond 1200 begon het Nederlandse waddengebied bij de duinen van Schoorl. Callantsoog (’t Oghe) was het eerste waddeneiland, Huisduinen het tweede . De Zuiderzee, de Friese Middelzee en de Lauwerszee waren verbonden met de Waddenzee en de Dollard bestond nog niet. De kustlijn van het huidige waddengebied is het resultaat van een lange geschiedenis van inpolderingen, andere waterstaatswerken en watersnoodrampen waarbij de zee weer land terugwon.
Het is een misverstand dat de Waddeneilanden van west naar oost wandelen, door afslag aan de westkant en aangroei aan de oostkant. Dat klopt niet. Grote zeegaten met rivieren er achter, zoals de Eems en het Vlie, liggen al duizenden jaren ongeveer op dezelfde plek. De eilanden veranderen wel van nature steeds van vorm. Nieuwe zeegaten breken door, oude zeegaten stuiven weer dicht, nieuwe duinenrijen worden gevormd, oude spoelen weer weg enzovoort. Mensen hebben vanaf de 16e eeuw door dijken en helmplanten de eilanden zo veel mogelijk vastgelegd.
Natuur in het Nederlands waddengebied
De natuur in het waddengebied is op twee manieren heel bijzonder. Ten eerste is de Waddenzee zelf niet voor niets Werelderfgoed. De stromingen en getijden maken dit gebied alleen maar geschikt voor de echte doordouwers onder de planten en dieren. Dat zijn er niet zo heel veel, maar ze kunnen er wel in enorme aantallen voorkomen. Als je de kustpolders en de eilanden er bij pakt zie je op een kleine oppervlakte een ongekend grote verscheidenheid aan landschappen. Van zuid naar noord: kleipolders, dijk, kwelder, wadplaten, wadgeulen, wadplaten, kwelders, eilanddijk, eilandpolder, bos, duin, strand en kustzee. Daarom is de natuurlijke rijkdom van de wadden zo groot, dat heel veel delen tot beschermd natuurgebied zijn verklaard.
Mensen op het wad
Mensen hebben dus veel bijgedragen aan de vorm van het waddengebied. We zijn er ook regelmatig te vinden. Er zijn mensen die er beroepsmatig komen, zoals de vissers. Maar de meeste mensen komen er in hun vrije tijd. Wadlopen, varen, zeilen en andere vormen van kustrecreatie zijn populair. Bovendien bezoeken ieder jaar duizenden natuurliefhebbers het waddengebied. Op Ameland, in de Noordzeekustzone en op het wad boort men naar aardgas. Op sommige plekken wordt zand gewonnen. Defensie oefent in het Lauwersmeergebied en op de Vliehors. Den Helder, Harlingen, Delfzijl en de Eemshaven zijn belangrijke havenplaatsen met industriële activiteiten, waar druk bevaren scheepvaartroutes naar toe lopen. Soms wordt er in de Waddenzee gebaggerd om geulen op diepte te houden.