Wangerooge is het meest oostelijke eiland in het Nedersaksische waddengebied. Het ligt ten oosten van Spiekeroog. Wangerooge is het eiland met de oudste vuurtoren van de Duitse Noordzeekust. Sinds 1800 is het een badplaats. In de Tweede Wereldoorlog kreeg Wangerooge het zwaar te verduren vanwege de strategische ligging aan de vaarroute naar Wilhelmshaven, de thuishaven van de Duitse Marine. Ten zuidoosten van Wangerooge ligt het onbewoonde eilandje Minsener Oog.
Vervoer op Wangerooge
Vanuit Harlesiel vaart een veerboot naar Wangerooge. De boot kan alleen met hoogwater varen. Op Wangerooge kun je vanaf de steiger in het westen met een smalspoortreintje naar het dorp in het midden van het eiland rijden. Op het eiland mogen geen auto’s rijden. Bezoekers kunnen hun auto in een parkeergarage in Harlesiel achterlaten. Wangerooge heeft een kleine luchthaven en er zijn lijnvluchten naar het eiland.
Landschap en natuur op Wangerooge
Overal op het eiland vind je bomkraters en gegraven ijsvijvers, bedoeld om ijs uit te hakken in de winter. Het zijn tegenwoordig aardige natuurgebiedjes geworden. Binnendijks ligt de polder Westinnengroden, beroemd om zijn orchideeën. Het is nu een natuurgebied. Op het strand van Wangerooge kun je vaak barnsteen vinden.
Geschiedenis van Wangerooge
De strategische ligging heeft de geschiedenis van Wangerooge bepaald. Al in de 14e eeuw hebben zeerovers het eiland geplunderd. In de 17e eeuw deden de Engelsen dat ook. Een deel van de bevolking hield zich in leven met jutterij en smokkel.
Vanaf de tijd van Napoleon tot heden is het eiland een badplaats.
Vanaf 1910 kwam er een militaire basis op het eiland, met de zware bombardementen in de Tweede Wereldoorlog als gevolg.
Daarnaast zijn er ook veel overstromingen geweest op Wangerooge. De laatste grote overstroming was in 1855, die tijdelijk een eind maakte aan het badtoerisme.
WWW