Amrum

Amrum ligt ten zuiden van Sylt. Naar het oosten strekt zich een waddengebied uit tot aan Föhr. Amrum heeft een oppervlakte van 20 vierkante kilometer. Samen met de zandplaat het Kniepsand is het eiland 29 vierkante kilometer groot. De duinengordel langs de westkant is 15 kilometer lang. Er wonen op het eiland zo’n 2000 mensen in 5 dorpen. Amrum hoort bij Sleeswijk-Holstein. Het eiland is erg in trek bij de toeristen.

Ontstaansgeschiedenis van Amrum

Föhr, Amrum en Sylt hebben een andere ontwikkelingsgeschiedenis dan de andere Noordfriese eilanden. Ze bestaan uit restanten van stuwwallen uit de voorlaatste ijstijd, het Saalien. De afzettingen op Amrum die gevormd zijn in de ijstijd bestaan vooral uit smeltwaterzanden. Hier en daar ligt ook keileem.

Vervoer op Amrum

Vanuit Dagebüll vertrekt een veerboot naar Wyk op Föhr en Wittdün op Amrum. De reis duurt 90 minuten. Vanuit Schlüttsiel vaart ook een veerboot via de Halligen naar Amrum. Die reis duurt 2,5 uur. Bezoekers kunnen hun auto meebrengen, maar gebruik van het openbaar vervoer op Amrum wordt op prijs gesteld, omdat er al grote problemen met auto’s op het eiland zijn.
Amrum is ook lopend te bereiken. Er bestaat een 6 kilometer lange wadlooptocht van Föhr naar Amrum, alleen onder deskundige begeleiding.

Natuur en landschap op Amrum

Amrum heeft grote zandbanken, kliffen, duinen, heidevelden, bos en moeras. Het Kniepzand is het grootste strand van Europa. Er komen badgasten, maar er broeden ook dwergsterns. De meeste kliffen liggen niet meer aan de kust. het zijn door de zee aangevreten stukken stuwwal uit de voorlaatste ijstijd. Grofweg de helft van het eiland is natuurgebied, de andere helft staat onder landschapsbescherming.

Bezienswaardigheden op Amrum

Op Amrum zijn veel grafheuvels, nederzettingen uit de oudheid en graven uit de vroege Middeleeuwen gevonden. Er ligt ook een geheimzinnige aarden wal van 1800 meter lengte en 2 meter hoogte, waarvan het oorspronkelijke doel onduidelijk is. In Nebel staat een kerk uit de Middeleeuwen.

Geschiedenis van Amrum

Al in de steentijd was Amrum bewoond. In de bronstijd (1700-1200 v. Chr.) was het eiland dicht bevolkt, uit die tijd zijn veel grafheuvels bewaard gebleven. Sinds de 8e eeuw hebben zich Friezen op Amrum gevestigd. In 1231 was Amrum Deens, en er werd zout gewonnen. In de 15e en 16 eeuw waren veel Amrummers zeelui en haringvissers.

Tradities op Amrumtic

Op 21 februari worden grote vuren aangestoken, het Biikebrennen. Ooit was dat een offerfeest voor Wodan. In de Middeleeuwen was het een afscheidsfeest voor zeelui. Op familiefeesten lopen de mensen nog in Friese klederdracht, die uit de 19e eeuw stamt. De eilandtaal van Amrum is een dialect van het Fries.