Rømø ligt tussen de eilanden Sylt en Mandø. Het is 130 vierkante meter groot en er wonen ongeveer 800 mensen. Sinds 1949 is het eiland door een 10 kilometer lange dam met het vasteland verbonden.
Ontstaansgeschiedenis van Rømø
Rømø is, net als de meeste Nederlandse en Oostfriese waddeneilanden, een duineneiland dat is gevormd uit het poolwoestijnzand van de laatste ijstijd. Het eiland is jong. Het werd vermoedelijk pas rond het jaar 0 gevormd. Tegenwoordig groeit Rømø nog steeds door aanhoudende aanvoer van zand.
Geschiedenis van Rømø
Zoals op alle duineneilanden was de landbouw op het eiland armoe troef. Dus monsterden de mannen van Rømø aan op walvisvaarders en andere schepen. Op Rømø woonden een aantal commandeurs, kapiteins van de walvisvaarders, wat nog steeds aan enkele huizen te zien valt.
Door overbeweiding waren de duinen in de 17e/18e eeuw bijna kaal. De duinen werden ‘wandelende’ stuifduinen. Het zand bedreigde de bewoonde gebieden. Bebossing maakte een eind aan de stuifduinen en kwam tegelijk de brandhoutvoorziening ten goede.
Rond 1900 kwamen de eerste toeristen naar het eiland. Bij Lakolk stichtte dominee Jacobsen uit Skaerebaek de eerste badplaats. De gasten werden met een paardentram vanuit Kongsmark, waar destijds de pont afmeerde, naar Lakolk vervoerd. Tussen Ballum en Havneby bestond eveneens een veerverbinding. In 1960 werd bij Havneby een haven aangelegd. In 1968 werd het een vissersplaats met garnalenkotters.
Natuur op Rømø
Het landschap van Rømø bestaat uit strand, duinen en kleigronden. Op Rømø vindt men grote natuurgebieden. Rømø heeft een groot, vlak strand dat tussen de 1 en 4 kilometer breed is. In de jaren ’70 van de 19e eeuw is er een zanddijk aangelegd die verzanding van kwelders moest tegengaan. De westelijke duinen werden door aanplant van helm en de oostelijke door aanplant van dennen vastgelegd. Nu worden de naaldbomen gedeeltelijk door loofbomen vervangen, zodat een afwisselend bos ontstaat. Tussen de duinenrijen liggen zandige kleigronden. In het zuiden wordt op die grond geboerd. In het noorden en het midden liggen daar kwelders en meren met grote aantallen vogels. Aan de oostkant van het eiland liggen kleipolders en kwelders. Een groot gedeelte van de kleigronden is weiland. Ten zuiden van Havneby liggen enkele onbeweide kwelders. Bij Kongsmark eindigt de kwelder als een klif van 1 meter hoog, die steeds verder afbrokkelt.
Vervoer op Rømø
Rømø is door een dam voor autoverkeer met het vasteland verbonden. Daarnaast is er een veerpont, ook voor auto’s, tussen Sylt en Havneby.
WWW