Mandø is het kleinste bewoonde waddeneiland van Denemarken. Het ligt tussen Rømø en Fanø. De oppervlakte is 8 vierkante kilometer. Het eiland is bijna volledig omgeven door een dijk. Het is er rustig, want bij hoog water is het eiland niet te bereiken. Er zijn twee wegen naar het eiland, die alleen bij laag water toegankelijk zijn. Het zijn zogenaamde ‘ebbewegen’: de Liningsvejen en de Ebbevejen. Op Mandø wonen ongeveer 70 mensen.
Weinig bescherming op Mandø
Op Mandø ligt aan de westkant een enkele duinenrij. Deze is ongeveer 100 tot 200 meter breed. Ze beschermen de bewoners tegen de zee. Verder beschermt een dijk de lager gelegen weilanden tegen overstromingen. Langs de Liningsvejen wordt met behulp van rijshout en greppels land gewonnen.
Ontstaansgeschiedenis van Mandø
Mandø bestond vroeger uit twee eilanden die halverwege de jaren dertig van de vorige eeuw door een dijk aan elkaar vast werden gemaakt. Maar vroeger zou Mandø veel groter geweest zijn.
Bezienswaardigheden op Mandø
In het ‘Mandø Centret’ is een tentoonstelling over het eiland. In het dorp staat het ‘Mandøhuset’, een rond 1831 gebouwde kapiteinswoning. Hierin is het streekmuseum ondergebracht. In Mandø zijn verder een kerk uit 1639 en een molen uit 1860 te bezichtigen. In de tentoonstelling ‘Ornitologisk Samling’ zijn meer dan 300 verschillende soorten vogels te zien. Aan de zeezijde van de duinen staat een zuil waarop de waterstand van de stormvloed van 1634 aangegeven is.
Vervoer op Mandø
De 7 kilometer lange Liningsweg loopt over het wad van Vester Vedsted naar Mandø. De dam staat bij hoogwater onder water. Het getij bepaalt dus hoe lang erover gereden kan worden. In de zomer rijdt, als het getij het toelaat, de Mandø-bus dagelijks van Vester Vedsted naar het eiland; in de winter op afspraak. De busrit duurt 35 tot 45 minuten.
Er is nog een tweede weg naar Mandø, de zuidelijker gelegen Ebbeweg. Hierop mag echter niet gereden worden. De weg wordt door zogenaamde wilgenbezems aangegeven. De overtocht is niet zonder gevaar. Als je dit nog nooit gedaan hebt bestaat er een groot risico door de vloed verrast te worden.
Geschiedenis van Mandø
Mandø wordt voor het eerst in 1231 vermeld. Het eiland behoorde toe aan de koning van Denemarken. In de 15e en 16e eeuw was Mandø een voorname vissersplaats. In de 16e eeuw werd Mandø geteisterd door stormvloeden. Op ‘Gammel Mandø’ (oud Mandø) werden het dorp en de kerk tijdens de stormvloed van 1634 vernietigd. De eilanders trokken naar hun huidige woonplaats in de duinen. In 1741 verkocht de koning het eiland aan de bewoners. In deze periode waren de mannen zeelui terwijl de vrouwen zich thuis bezighielden met landbouw.
Dijken op Mandø
Er zijn twee dijken op Mandø: een ter bescherming van het dorp uit 1887 en een zeedijk uit 1935. Buiten de eerstgenoemde dijk bevinden zich boerderijen uit de jaren vijftig van de vorige eeuw. Deze boerderijen liepen grote schade op tijdens de zware stormen in 1981, toen de zeedijk doorbrak. De bewoners van het dorp hadden geluk. De priel ‘Große Rinne’ scheidde tot aan de bedijking in 1938 Gammel Mandø van het zuidelijke eilandgedeelte. Mandø’s Weele is ontstaan tijdens de stormvloed van 1923.
WWW