Op het strand liggen regelmatig grote vlokken gelig schuim. Vooral bij harde wind vanuit zee in het voorjaar ontstaan hele banken van dit schuim. Het zijn resten van afgestorven algen. Het schuim ontstaat omdat de gelatinelaag waarin de bruine slijmalg Phaeocystis globosa leeft, door de golven wordt opgeklopt. Het is geen vervuiling. Bacteriën breken het schuim weer af.
Bruine slijmalg: microscopisch klein
Bruine slijmalg, of Phaeocystis, is een eencellige alg, die in kolonies voorkomt. De losse cellen zijn met het blote oog niet te zien, de kolonies wel. Bij kolonies zitten de cellen in een slijmlaag. Ze slaan voedingsstoffen overdag op in de slijmlaag, zodat de cellen kunnen doorgroeien in de nacht. Het slijm beschermt de alg ook tegen dieren die ze willen etenbegrazing. Vanaf de jaren zeventig kwam er meer Phaeocystis in de Atlantische Oceaan en de Noordzee door overbemesting. Dat is later wel weer wat minder geworden, onder andere door gebruik van fosfaatvrije wasmiddelen.
De bruine slijmalg is niet giftig maar het schuim kan toch levensgevaarlijk zijn. In 2020 kwamen vijf surfers om het leven toen ze in de dikke schuimmassa’s terecht waren gekomen. Ze wisten er niet meer uit te komen en ze waren niet te zien door de mensen die ze wilden redden.
Namen
- Ned: Bruine slijmalg, Schuimalg
- Lat: Phaeocystis globosa
- Eng: Foam algae
- Dui: Schaumalge (Gallertalge)
- Dan: Skumalger