Planten van het wad
Het wad is ogenschijnlijk kaal, op enkele plekken na die zijn begroeid met zeesla of darmwier. Toch bedriegt de schijn: het plantenleven op het wad is zeer talrijk maar vooral microscopisch klein. Eéncellige algen, en dan vooral kiezelwieren, zijn hier de belangrijkste planten. Voor 1930 kwamen er grenzend aan de wadplaten ook uitgestrekte velden zeegras voor.
Rottende planten op het wad
Op plekken waar de dijk een hoek maakt kunnen zich in de zomer grote massa’s zeesla en darmwier ophopen, afhankelijk van de wind en de zeestromen. Op Texel is dat het geval op het wad bij De Cocksdorp. In sommige jaren kunnen de wiermassa’s gaan rotten. De wadbodem verkleurt dan naar grijszwart en stinkt naar het rottingsgas waterstofsulfide. Op de bodem zie je felgekleurde paarse, witte en gele vegen, die bestaan uit bacteriën die zonder zuurstof leven en gebruik maken van de zwavelhoudende verbindingen. Zo’n zuurstofloze plek heet ook wel een zwarte vlek. Door zuurstofgebrek gaan de bodemdieren in de omgeving van de rottende wierhopen dood.
De algenfilm op het wad
Op de grens tussen wadbodem en water en/of lucht leeft de belangrijkste plantengemeenschap van het wad: een film van ééncellige algen, blauwwieren en andere bacteriën. Deze film is met het blote oog waarneembaar als een meestal bruinige aanslag op de grijze modder. Dit schijnbaar nietige laagje algen speelt de hoofdrol in het ecosysteem van het wad: hier leven de planten die uit mineralen en zonlicht de voedingsstoffen bouwen voor de rest van de voedselketen. Wadpieren, slijkgarnalen, ‘grazende’ schelpdieren zoals het nonnetje en slakken zoals wadslakjes en alikruiken leven van deze algen en vormen op hun beurt het stapelvoedsel voor de vissen en vogels op het wad. Het proces van groeien en weer opgegeten worden gaat zo snel, dat de hoeveelheid algen klein blijft. Ongeveer viervijfde van de totale voedselproductie in de Waddenzee komt voor rekening van de algenfilm. Het fytoplankton in het Waddenzee-water neemt vrijwel het andere vijfde deel voor zijn rekening. Het aandeel van wieren en zeegras in de totale productie is verwaarloosbaar, maar deze groepen spelen wel een rol in de zuurstofvoorziening.
Slibvangers op het wad
De algenfilm speelt ook als ‘slibvanger’ een belangrijke rol. De algen scheiden stoffen uit waardoor de slibdeeltjes aan elkaar klitten. Wadplaten met veel algen zijn daarom minder gevoelig voor erosie dan algenarme wadplaten. Stormen kunnen overigens wel aanzienlijke delen van de algenfilm wegvagen. De algengemeenschap moet dan weer worden opgebouwd vanuit algen die zich in diepere lagen van de wadbodem ophouden. Een deel van de algen graaft zich namelijk tot enkele decimeters diep in en kan zo in de zuurstofloze wadbodem enkele jaren overleven. Deze algen in reserve zorgen er voor dat een zwarte vlek snel weer normaal wordt, als de omstandigheden zo veranderd zijn, dat er weer zuurstof beschikbaar is.