Zeekoeten kunnen met recht zeevogels genoemd worden. Ze komen alleen aan land om te broeden. Eten zoeken ze ook vanaf het water. Daarbij steken ze hun kop onder het wateroppervlak en speuren zo het water af naar lekkere vis, zoals sprotjes en zandspieringen. Zeekoeten kunnen uitzonderlijk goed duiken, waarbij ze makkelijk tot 180 meter diep komen. Onder water zwemmen ze, net als pinguïns, met behulp van hun vleugels. De veren op de vleugels zijn daarom kort en sterk. In tegenstelling tot pinguïns kunnen zeekoeten ook gewoon boven water vliegen. Ze zijn dan ook helemaal niet verwant aan pinguïns.
Zeekoeten en olievervuiling
Doordat zeekoeten een groot deel van hun leven op zee zijn en duikend aan hun eten komen, zijn ze erg gevoelig voor olievervuiling. Iedere winter spoelen grote aantallen dode zeekoeten aan op de Nederlandse kust. Een klein deel van de vogels haalt levend het strand. Daarvan kan de helft schoongemaakt en opgeknapt worden in speciale vogelopvangcentra. De andere helft is te ziek en gaat alsnog dood. In 2009 spoelden er ook zeekoeten aan met een onbekende kleefstof aan hun veren. De veren en de vleugels waren zo erg verkleefd dat de vogels niet meer konden bewegen en stierven. Om welke stof het precies ging bleef onbekend, maar waarschijnlijk waren spoelresten van een chemicaliëntanker verantwoordelijk. De ladingtanks moeten worden schoongespoeld om een andere lading te kunnen vervoeren. Dat gebeurt op open zee, met ernstige gevolgen voor zeevogels.
Zeekoeten en artistieke eieren
Zeekoeten broeden in grote kolonies op klifkusten. Ze maken geen nest: het enkele ei wordt gelegd op een smal rotsricheltje. Het ei is heel puntig, zodat het niet zo gauw van de richel af rolt maar in een kringetje rond blijft draaien. Elk ei heeft een andere kleur en tekening. De ouderdieren kunnen zo hun eigen ei herkennen.
Alles is liefde bij zeekoeten
De enige keer in het jaar dat zeekoeten op het land zijn, is tijdens het broedseizoen. Dan zitten ze met z’n allen op smalle richels van steile rotskliffen te broeden. Op die richels staan de koeten schouder aan schouder met hun ei tussen hun poten. Toch wordt er niet geduwd, getrokken of gepikt. De zeekoeten broeden jaar na jaar op hetzelfde plekje, net als hun buren. Ze kennen de zeekoeten op hun richel dus door en door. Volgens Tim Birkhead, diergedragsdeskundige en schrijver, komt de tolerantie voor op de lip zittende buren door de liefde. “Zeekoeten zijn monogaam en als ze, na een winter over zee rondgezworven te hebben, elkaar weer ontmoeten zijn ze zichtbaar blij. Ze lopen over van liefde en flikflooien ook met de buurman of buurvrouw.”
Verspreiding en leefgebied van zeekoeten
Zeekoeten broeden op eilanden in de Atlantische oceaan en rotskusten op het vasteland aan de westkant van Engeland, IJsland en Noorwegen. In de winter komen ze ook naar de zuidelijke Noordzee om voedsel te zoeken. Helgoland, een toseiland in de Duitse Bocht, is de enige plek in de zuidelijke Noordzee waar zeekoeten broeden.
Zeekoeten gespot op de Noordzee
In de herfst en de winter komt 2% (meer dan 130.000) van alle zeekoeten naar het Nederlandse deel van de Noordzee. Favoriete pleisterplaats is het Friese Front, ten noorden van de Waddeneilanden. Daar is erg veel voedsel te vinden. Het Friese Front is mede vanwege de grote betekenis voor zeekoeten aangewezen als beschermd natuurgebied op de Noordzee.
Kenmerken van zeekoeten
- afmetingen:
lengte: 38-45 centimeter
spanwijdte: 64-73 centimeter
- gewicht:
690 gram
- kleur:
zwart/bruin en wit
- leeftijd:
maximaal 31 jaar
- voedsel:
vooral vissen, maar ook wel zeewormen en kleine kreeftachtigen
- voortbeweging:
vliegen en zwemmen, lopen gaat niet gemakkelijk
- vijanden:
olie op zee
- voortplanting:
geslachtsrijp: vanaf 5 jaar
aantal: 1 ei per keer
Namen
- Ned: Zeekoet
- Eng: Guillemot
- Fra: Guillemot de Troil
- Dui: Trottellumme
- Dan: Lomvie
- Nor: Lomvi
- Fries: Skoet
- Ital: Uria
- Lat: Uria aalge