Jan-van-genten zijn de grootste vogels van de Noordzee. Als ze hun vleugels spreiden zijn ze zo’n 2 meter breed. Ze zwemmen en vliegen bijna hun hele leven rond op zee, alleen als ze gaan broeden komen ze aan land. Om op te stijgen heeft de jan-van-gent een goede wind onder de vleugels nodig. Aan land zou dat een lange aanloop betekenen, maar daar lopen deze vogels te ongemakkelijk voor. Daarom broeden jan-van-genten op steile kusten waar de harde zeewind door de rotswand omhoog gedreven wordt. Dan hoeven ze hun vleugels alleen maar te spreiden om door de wind op te worden getild.
Jan-van-genten zijn verwant aan de aalscholvers en de pelikanen. Net als deze vogels hebben jan-van-genten zwemvliezen tussen vier tenen in plaats van drie, en kunnen ze met hun ogen naar voren kijken.
Jan-van-genten zijn kolonie-broeders
Jan-van-genten broeden in kolonies. De jan-van-gent-kolonie op de Schotse Bass Rock is al eeuwen bekend: de vogel heeft er zijn wetenschappelijke soortnaam (bassana) en een oude Nederlandse naam (bassaanse gans) aan te danken. Het eerste ei legt een vrouwtje pas als ze vijf jaar is. Om de beurt houden de ouders het ei warm. Tijdens het broeden zijn de zwemvliezen extra doorbloed waardoor het ei wordt verwarmd door de opgewarmde poten. Die extra zorg is niet voor niets, want de Jan-van-gent legt maar één ei per keer. Het jong wordt drie maanden verzorgd. Eenmaal vliegvlug gaan ze eerst met een grijs-bruin verenpak met witte spikkels door het leven. Pas na 5 jaar krijgt een jonge jan-van-gent het design-achtige verenkleed van de volwassen vogels.
Verspreiding en habitat van jan-van-genten
In de herfst komen ongeveer 20.000 jan-van-genten voor op het Nederlandse deel van de Noordzee. Dit is 2% van de hele populatie.
Jan-van-genten maken torpedo-duiken
Jan-van-genten sporen hun prooi op vanuit de lucht en vangen de gespotte vis vervolgens met een ware stootduik: vanaf 30 meter duiken ze loodrecht in zee. Daarbij vouwen ze hun vleugels naar achteren en steken hun snavel recht naar beneden. Zo storten ze zich met wel 100 kilometer per uur in het water. De enorme klap wordt opgevangen door een verstevigde schedel en een onderhuids luchtkussen, een soort airbag. Eenmaal onder water gaat de jacht gewoon door. De eerste vier meter knalt het levend projectiel nog door het water, maar daarna zwemt hij onder water achter de opgeschrikte vis aan.
Gevaren op zee voor jan-van-genten
Jan-van-genten worden bedreigd door de longline visserij. Bij dit type visserij wordt een lijn van tientallen kilometers in het water gespannen met duizenden haken met aas eraan voor het vangen van tonijn en zwaardvis. De jan-van-genten worden door het aas gelokt en bijten zich vast. Ook andere soorten vistuig kunnen een bedreiging voor de jan-van-genten vormen.
Zwerfvuil eist regelmatig slachtoffers onder de jan-van-genten. Op Terschelling spoelde in augustus 2005 een viskist aan met drie jan-van-genten erin. Omdat de vogels een aanloop of opstijgende lucht nodig hebben om weg te kunnen vliegen, konden ze er niet meer uitkomen. In november van dat jaar spoelde er op Texel eentje aan die verstrikt was geraakt in een kitesurf uitrusting.
Jan-van-genten willen toch liever geen restjes
Jan-van-genten volgen, net als meeuwen, vissersboten om te jagen op het visafval en de bijvangst die overboord gaat. Onderzoekers toonden aan dat deze snelle hap voor de vogels minder voedingswaarde heeft dan in het wild gevangen vis. Als ze bezig zijn om kuikens groot te brengen jagen jan-van-genten dan ook alleen op wilde, levende vis, ook al kost het meer moeite om die te vangen.
Bescherming van jan-van-genten
Nederland: Flora- en Faunawet
Internationaal: conventie van Bern
Jan-van-genten op Texel
Langs de Noordzeekust trekken soms honderden jan-van-genten voorbij, zichtbaar vanaf het strand. Als ze vaak duiken zit er veel vis, en als je geluk hebt zwemt daar dan ook een groep bruinvissen tussen! Bij Ecomare woont een vaste groep jan-van-genten. Deze vogels zijn ooit opgevangen maar kunnen niet goed meer vliegen en kunnen dus niet meer vrijgelaten worden. Zij spelen gastheer voor nieuw opgevangen jan-van-genten. Die komen tussen hun soortgenoten lekker bij van hun hachelijke avonturen, zodat ze na een tijdje weer opgeknapt naar zee kunnen.
Kenmerken van jan-van-genten
- afmetingen:
87-100 centimeter, spanwijdte 165-180 centimeter
- kleur:
volwassen: wit met zwarte vleugelpunten, kop oranje-geel, ogen en snavel licht blauw, omlijnd met zwarte strepen
jonge dieren: donkergrijs met witte stippen
- voedsel:
vis
- vijanden:
(zwervende) visnetten en ander zwerfvuil, olievlekken
- voortplanting:
vanaf 5-jarige leeftijd, 1 ei per jaar, uitgebreide baltsrituelen
- leeftijd:
maximaal 35 jaar
- habitat:
zomer:volle zee, broedkolonies op rotskusten
winter: volle zee, vanaf zuidelijke Noordzee tot West-Afrika
Namen
- Ned: Jan-van-gent (Bassaanse gans, bassaangans)
- Eng: Gannet
- Fra: Fou de Bassan
- Dui: Basstölpel
- Dan: Sule
- Nor: Havsule
- Fries: Gint
- Ital: Sula
- Lat: Morus bassanus