Zeevogels
Wie vanaf het strand over zee uitkijkt, ziet meestal wel vogels. Vooral meeuwen zijn bij iedereen bekend. Toch zijn dat eerder kustvogels. Echte zeevogels zie je niet vanaf het land, alleen bij storm of als olieslachtoffer. Op volle zee zie je jan-van-genten, Noordse stormvogels, alkachtigen en drieteenmeeuwen. De meeste zeevogels broeden op rotskusten, in Schotland, Noord-Engeland, Noorwegen en het Duitse eilandje Helgoland. Soms broeden ze op boorplatforms. In de winter verspreiden ze zich over de Noordzee, op jacht naar vis.
Bijgeloof en zeezeevogels
Zeevogels hebben altijd tot de verbeelding gesproken. De zeelieden hadden vroeger op hun lange reizen weinig ander gezelschap dan de zeevogels die hun zeilschepen volgden. Bij windstil weer zijn zeevogels een gunstig voorteken, dan gaat het weer waaien. Zeevogels aan de kust kondigen storm aan. Zielen van overleden zeelui zouden in zeevogels voortbestaan. Met of zonder bijgeloof, zeevogels bekijk je met ontzag. Ze behoren tot een wereld waarin mensen alleen met hulp van kunstgrepen kunnen vertoeven.
Vogelsoorten op de Noordzee
Op de oceanen en zeeën over de hele wereld komen zo’n 300 zeevogelsoorten voor. In het Noordzeegebied komen zo’n tien soorten algemeen voor: noordse stormvogels, jan-van-genten, alkachtigen, drieteenmeeuwen en jagers. Al deze vogels komen alleen aan land om te broeden, voornamelijk op rotsachtige kusten en kliffen. Op Nederlands ‘grondgebied’ broeden zeevogels op enkele boorplatforms.
Zeewaardige vogels
Voor warmbloedige dieren als vogels is de zee geen gemakkelijke plek om te leven. Op open zee is geen beschutting. Zeevogels hebben voedselreserves in de vorm van vet en zware spieren. Ook hebben ze een grote maag. Een noordse stormvogel kan 20% van zijn lichaamsgewicht aan voedsel meedragen. Om warm en droog te blijven hebben zeevogels een perfect sluitend verenkleed met een groot waterwerend vermogen.
Zeevogels kunnen zeewater gebruiken als drinkwater. Zij werken het zout weg met behulp van klieren in de kop. Via een kanaaltje loopt een druppel uitgescheiden pekelwater naar de snavel. Bij zeevogels zie je wel eens een zoutdruppel aan de snavel hangen.
Zeevogels leggen meestal één ei per jaar, zodat er maar voor één jong vis nodig is. Ook de lange broedperiode, meestal meer dan een maand, en het trage opgroeien van de jongen past hierbij. Het jong van een jan-van-gent wordt maar liefst drie maanden verzorgd voordat hij het nest verlaat. Zeevogels kunnen tientallen jaren oud worden. In tegenstelling tot de meeste landvogels worden zeevogels pas na 5 jaar geslachtsrijp.
Zeevogels zijn uitstekende vliegers en zwemmers, maar niet erg handig op land. Daarom broeden ze graag op de meest ontoegankelijke kliffen.
De kunst van het jagen bij zeevogels
Veel zeevogels eten vis. Om ze te vangen hebben ze verschillende jachtmethodes. Alk, zeekoet en papegaaiduiker duiken om hun prooi te vangen. Ze lijken niet alleen op pinguïns, maar ze vliegen ook net als pinguins met half opengeslagen vleugels onder water. Hun poten gebruiken ze als roer. Zeekoeten zijn tot op 180 meter diepte aangetroffen.
De Jan-van-gent spoort z’n prooi op vanuit de lucht en vangt deze vervolgens met een stootduik. Het dier duikt van een hoogte tot 30 meter loodrecht in zee. Met 100 kilometer per uur en de vleugels naar achteren gevouwen doorklieft hij als een levende torpedo de waterspiegel. De klap wordt opgevangen door een verstevigd skelet en een beschermend onderhuids luchtkussen. Op de zeeën en oceanen leven vele soorten zeevogels. Op de Noordzee zijn tien soorten algemeen. Wat eten ze, hoe leven ze, waardoor worden ze bedreigd?De noordse stormvogel is een oppervlaktejager. Zittend op het water pikt hij visserij-afval, of visjes en garnaaltjes, die dicht onder het wateroppervlak zwemmen.
Veel zeevogels zijn wit aan de onderkant. Die kleur is camouflage. Van onderaf kunnen vissen ze zo slecht zien. Een uitzondering is de zwarte zee-eend. Deze vogel eet schelpdieren en heeft geen camouflage nodig.
Verspreiding van zeevogels over de Noordzee
Het is niet makkelijk om zeevogels op volle zee te tellen. Toch is dat met onderzoeksschepen wel gedaan. Door een combinatie van waarnemingen en berekeningen kun je een redelijke schatting maken.
De broedplaatsen kun je beter tellen. Op de Orkney- en Shetland-eilanden, aan de Britse noordoostkust, en op het Duitse eiland Helgoland gebeurt dat elk jaar.
Zeevogels broeden op steile kliffen, want ze willen beschermd zijn tegen viervoetige rovers zoals vossen en ratten. Ontoegankelijke rotseilanden zijn ideaal. Papegaaiduikers en jan-van-genten vind je vaak bovenop de broedrotsen. De wind die daar waait maakt het wegvliegen gemakkelijk. Papegaaiduikers broeden in holen. Zeekoeten en alken leggen hun eieren op de rotsrichels.
Zeevogeltrek
Sommige zeevogelsoorten blijven het hele jaar in de buurt van hun broedplaatsen. Andere trekken weg. Jan-van-genten en papegaaiduikers verlaten het Noordzeegebied. Er zijn vier soorten die het gehele jaar door op de Noordzee blijven: noordse stormvogel, drieteenmeeuw, zeekoet en alk. Ze trekken wel van de ene plek in de Noordzee naar de andere. Zo broeden zeekoeten aan de Engelse en Schotse noord- en oostkust, en trekken ze in augustus met hun kuikens naar het oostelijk of zuidelijk deel van de Noordzee.
De zuidelijke Noordzee is vooral van belang voor zeevogels als voedselgebied in de winter. Vooral het Friese Front, een gebied ten noorden van de waddeneilanden, trekt veel zeevogels aan. Op deze plaats zijn de getijdenstromen zwak, zodat er voedselrijk slib bezinkt. Daardoor zijn er veel bodemdieren, vissen en zeevogels. Op het strand in Nederland is van zeevogeltrek niet veel te merken. De vogels trekken langs de kust, maar net te ver weg om ze goed te kunnen zien. Alleen met stormachtige noordwestenwind vliegen ze dichterbij. Dan kun je bijzondere zeevogelwaarnemingen verwachten. Dan zie je goed ingepakte vogelaars met een telescoop de ruige zee afspeuren.
Zeevogels aan de top van de voedselketen
Aan de basis van het leven in zee staan microscopisch kleine algjes, het fytoplankton. Voor hun groei zijn behalve water en koolzuur ook zonlicht en voedingsstoffen nodig. Dit fytoplankton wordt gegeten door het dierlijk plankton, diertjes in het water rondzweven. Dit zoöplankton wordt gegeten door allerlei bodemdieren en vissen, die op hun beurt weer gegeten worden door grotere vissen. Al die vissen staan tenslotte op het menu van zeezoogdieren, mensen en zeevogels. Zeevogels staan aan de top van de voedselketen. Ze hebben het vooral voorzien op kleinere vissen als sprot en zandspiering. Alleen de jan-van-gent eet voornamelijk grotere vis zoals makreel.
Uit onderzoek aan drieteenmeeuwen in Alaska bleek hoe belangrijk goed eten voor meeuwen is. In dit gebied zijn de aantallen drieteenmeeuwen sinds de jaren tachtig gehalveerd. Dit kwam door tekort aan voedsel. Het bleek dat de hersenontwikkeling van de jonge meeuwen verstoord werd door gebrek aan vette vis. Ze waren te dom om te kunnen overleven.
Jacht op zeevogels
Zeevogels zijn voor de mens meestal niet erg lekker, maar ze werden vroeger toch veel bejaagd en gegeten. De eieren zijn wel lekker om te eten, dus die waren het meest in trek. Meestal zorgen de eierverzamelaars er wel voor dat ze niet teveel eieren wegraapten, anders waren ze hun broodwinning kwijt.
Anders verliep het met de reuzenalk. Deze niet vliegende zeevogel kwam voor in de noordwestelijke Atlantische Oceaan. Ze werden in de 19e eeuw op grote schaal afgeslacht om als voedsel te dienen voor robbenjagers en vissers. In 1844 werd het laatste exemplaar gedood.
Ook nu nog zijn er mensen die zeevogels eten. Op IJsland en de Faröer, waar zeevogels als voedsel vroeger onmisbaar waren, eet men nu nog papegaaiduikers. De vogels worden gevangen met netten aan stelen. Dit heet fleyging. Het gebeurt vanuit bootjes of staande op de steile kliffen van de broedkolonie. De vogels worden uit de lucht gevangen als ze dicht langs de kliffen vliegen op weg naar hun nest.
Zeevogels bedreigd door gif
De vervuiling van het zeewater met allerlei giftige stoffen is een grote bedreiging voor zeevogels. Giftige stoffen zijn er in veel variaties: zware metalen, bestrijdingsmiddelen, PCB’s, PAK’s, UGILEC’s enzovoort. Deze schadelijke stoffen komen via de rivieren, door ongevallen, lozingen en verbranding op zee, of via neerslag vanuit de lucht in het zeewater terecht. Daar worden ze in de voedselketen doorgegeven aan de zeevogels. De giftige stoffen hopen zich op in het vetweefsel van zeevogels. Extra sterfte van zeevogels treedt op in de broedtijd en in de winter, als de vogels hun reservevet aanspreken.
Van het bestrijdingsmiddel DDT is bekend dat het de hormoonbalans verstoort. De aanmaak van de stof calcium neemt erdoor af. Calcium zit in eierschalen. Door DDT worden deze dunner en breken gauw. Zo zakten in Florida broedende pelikanen door hun eieren. PCB’s verstoren de voortplanting van vogels en zoogdieren. Ook tasten ze het immuunsysteem aan waardoor dieren gauw ziek worden. De hoeveelheid PCB’s in het vet van sommige zeevogels is soms tienduizenden malen hoger dan in het zeewater zelf.
Zeevogels besmeurd met olie
Olie is de bekendste bedreiging voor zeevogels. In het Nederlandse deel van de Noordzee komen jaarlijks tienduizenden zeevogels om door olievervuiling. Maar een klein deel van deze olieslachtoffers kan worden gered in de kustasielen zoals Ecomare.
Zeevogels en visserij: vriend…
Sommige zeevogels hebben voordeel van de visserij. Omdat grotere vissoorten als haring, makreel en kabeljauw massaal worden gevangen zijn kleinere vissen van roofvijanden of voedselconcurrenten verlost. Zandspiering en sprot konden op die manier in aantal toenemen. Noordse stormvogels, drieteenmeeuwen en zeekoeten profiteerden van die verstoorde situatie. Mede dankzij die overvloed aan voedsel hebben ze zich in de vorige eeuw spectaculair kunnen herstellen van de jacht en eierroof aan het eind van de 19e eeuw.
Veel zeevogels profiteren ook van het visafval dat door de vissers op zee overboord wordt gezet. Vooral drieteenmeeuwen en noordse stormvogels weten de vissersschepen te vinden.
…en vijand
Geregeld verdrinken zeevogels in de netten van de staand-want-visserij. Voor de Noorse kust vastgesteld dat per jaar ongeveer 30.000 zeekoeten op deze manier omkomen.
In de jaren tachtig van de vorige eeuw leek met de opkomst van de industrievisserij een einde te zijn gekomen aan de groei van de zeevogelbevolking in de Noordzee. De industrie-visserij vangt kleine vis zoals zandspiering en sprot, die het voedsel zijn van veel zeevogelsoorten. Na 1982 is de zandspiering rond de Shetland-eilanden in aantal achteruit gegaan. Vanaf 1983 hebben noordse sterns, kleine jagers, drieteenmeeuwen, papegaaiduikers en noordse stormvogels slechte broedresultaten door voedseltekort.
Het is niet bewezen dat het allemaal door de visserij komt. Een verandering in het stromingspatroon van het water kan ook meespelen. In Nederland werden in de winters van de jaren tachtig van de vorige eeuw verhongerde zeekoeten, alken en drieteenmeeuwen gevonden.
Actie voor de zeevogels
Een aantal milieugroeperingen maken zich al jaren zorgen om het lot van de zeevogels op en rond de Noordzee. Zo steunt de Stichting Nationaal Comité Zeevogels Olievrij – een samenwerkingsverband van Vogelbescherming, de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren en kustasielhouders – onder meer de vogelopvangcentra met geld voor goede accommodatie en voedselhulp tijdens vogelrampen. Welbekend zijn Greenpeace, Stichting De Noordzee en de Waddenvereniging. Met campagnes en acties proberen ze politiek en publiek te wijzen op de slechte leefsituatie voor zeevogels in het Noordzeegebied.
Wetenschappelijk zeevogel-onderzoek
Er is niet zo veel bekend over de verspreiding van de zeevogels over de Noordzee, over wat ze eten, en hoe je ze zou moeten beschermen. Waarnemingen door vogeltellers vanaf onderzoeksschepen moeten daar duidelijkheid over verschaffen. Ook doen wetenschappers onderzoek naar de effecten van de vervuiling van het Noordzeemilieu. Dergelijke onderzoeken zijn belangrijk omdat overheden van de Noordzeestaten bewijzen op tafel willen zien, voordat ze maatregelen nemen. Zo kijkt de Werkgroep Nederlands Stookolieslachtoffer Onderzoek naar olievervuiling en zeevogels. In Nederland en andere landen rond de Noordzee worden zeevogels ook inwendig onderzocht. Op deze wijze wil men gegevens krijgen over het effect van olie en ronddrijvend plastic.
Kenmerken van zeevogels
- aantal soorten wereldwijd:
ruim 300 - aantal soorten op Noordzee:
ongeveer 30 - grootste Noordzeevogel:
is de jan-van-gent, spanwijdte: 2 meter - kleinste Noordzeevogel:
is het stormvogeltje, spanwijdte 40 centimeter - vijanden:
de mens (concurrentie door visserij, jacht, vervuiling), roofvogels en ziektes, en af en toe een zeehond - voedsel:
vissen, kreeftachtigen, dierlijk plankton, schelpdieren, jonge vogels
Namen
- Ned: zeevogels
- Eng: seabirds, marine birds
- Fra: oiseaux de mer
- Dui: Meeresvögel, Seevögel
- Dan: havfugle