Dieren op het strand
Het strand is een slechte plek voor dieren om te leven. Alleen enkele kleine kreeftjes en wormen, zoals de strandvlo en de gemshoornworm, zijn in staat om te leven in de barre omstandigheden. Op het hogere strand leven een aantal gespecialiseerde insecten: strandvliegen en enkele kevers. De meeste dieren vind je vlak naast het strand: in het kustwater: garnalen, krabbetjes, visjes en schelpdieren.
Grote dynamiek
Naast het hooggebergte is het strand het enige natuurlijke milieu waar geen planten voorkomen. De grote variaties in temperatuur, vochtigheid, zoutgehalte en het stuivende zand zijn daar de oorzaken van. Alleen op het hoge strand vind je een paar soorten die het daar vol kunnen houden: loogkruid, zeeraket, zeepostelein en biestarwegras. De laatste is een overblijvende plant, en daardoor is die vaak het begin van de duinvorming. Strandzand is niet rijk aan voedingsstoffen, maar het aanspoelsel op de vloedlijn, wier, dode zeedieren en dergelijke, is dat wel. Daar leven bacteriën van, en ook kleine dieren als strandvlooien, strandvliegen en kevertjes. Zij worden op hun beurt gegeten door strandlopers, plevieren en steenlopers. Deze eten ook de wormen en kleine kreeftjes die in de buurt van de laagwaterlijn in het zand ingegraven leven.
Stranddieren op strekdammen
Op dijken en strekdammen wemelt het vaak van de kleine zeedieren. Je vindt er zeepokken, mosselen, zeesterren, zeepissebedden, slakken, krabbetjes en zeeanemonen. De voedselrijkdom van de strekdammen en het kustwater is de reden waarom er altijd wel vogels op het strand zijn. In de zomer zijn dat meeuwen, sterns, bontbekplevieren of strandplevieren. Deze broeden er ook, maar de meeste stranden van Nederland, ook op Texel, zijn veel te druk met wandelaars en hun loslopende honden, dat ze er nog rustig kunnen broeden. Trekvogels gebruiken de kustlijn vaak als trekroute, en die rusten af en toe uit op het strand. In de winter zijn er ook meeuwen, verder drieteenstrandlopers en in zee verschillende soorten eenden.
Stranddieren tussen de zandkorrels
Het is een wereld op zich die je niet op het eerste gezicht ziet. In het water tussen de zandkorrels leeft de zandholtenfauna. Deze diertjes zijn allemaal kleiner dan 2 millimeter. Ze behoren tot allerlei diergroepen. Ze grazen bacteriën en algen van de zandkorrels, eten organische resten of jagen op andere zandholtenbewoners. Ze hebben meestal een slank lenig lichaam waarmee zij gemakkelijk kunnen klauteren en slingeren tussen de zandkorrels, en kleine hechtorganen waarmee ze zich aan de zandkorrels kunnen vasthouden. In de getijdenzone kunnen een miljoen beestjes per vierkante meter leven. Toch wegen die samen nog geen 2 gram.
Strandzoogdieren
Zoogdieren zie je zelden op het strand, behalve mensen en honden natuurlijk. Zeehonden jagen vaak vlak voor de kust, en rusten ook wel eens uit op het strand. Vaak kiezen ze liever voor een rustige zandplaat. Zo’n zeehond hoeft niets te mankeren, en het is niet nodig om iemand te waarschuwen, behalve als het dier duidelijk ziek of heel erg jong is. Bruinvissen en dolfijnen spoelen wel eens levend op het strand aan, maar die zijn dan altijd ziek. Gezonde inheemse walvisachtigen vermijden het ondiepe kustwater. In zo’n geval: het dier rustig benaderen, het dier nat houden met zeewater, blaasgat vrijhouden van water en zand, en zo snel mogelijk contact opnemen met SOS Dolfijn! Men is daar gespecialiseerd in de opvang van zieke walvisachtigen. Dood aangespoelde zeehonden, bruinvissen en dolfijnen kunnen vaak nog van nut zijn voor wetenschappelijk onderzoek. Meld deze vondsten altijd zo snel mogelijk aan de plaatselijke politie of gemeente. Als het om een bruinvis,een dolfijn of een zeehond gaat is strandingen.nl de plek om ze te melden. In Nederland worden dode zeezogdieren altijd weggehaald en opgeruimd. Ze worden verbrand in een destructiefabriek. Op zich is dat jammer, want deze kadavers zijn een natuurlijke voedselbron voor bacteriën en allerlei aasetende dieren, van kleine insecten tot zeearenden. Er worden proeven gedaan om kadavers op bepaalde plekken op stranden te laten vergaan.