Mosselen komen aan de Nederlandse kust veel voor. Het zijn schelpdieren die op de wadbodem leven en plankton uit het zeewater filteren. Op sommige plekken komen ze massaal voor en vormen ze mosselbanken. Dat is een leefgebied voor allerlei andere dieren, Zo bepalen ze voor een groot deel hoe het wad er uit ziet.
Door hun massale aanwezigheid en goede eetbaarheid worden mosselen van oudsher veel gegeten. Mensen rapen de mosselen van natuurlijke bedden of kweken ze voor consumptie op mosselpercelen in de Waddenzee en het Deltagebied. Naast mensen eten kust- en wadvogels zoals zilvermeeuwen, scholeksters en eidereenden ook graag mosselen. Mosselen zitten vastgehecht op stenen of schelpen met behulp van sterke draden; de ‘baard’ van de mossel. Het is voor mensen en dieren een heel karwei om een mossel los te peuteren van een steen. De draden zorgen er ook voor dat de mossel niet wegspoelt als er een grote golf langskomt.
Mossels: elastiek en superlijm
De baard van een mossel bestaat uit extreem sterke, elastische draden van eiwit. Dat is handig om de klappen van de golven op te vangen. Aan het eind van elke draad zit een hechtvoetje, dat is vastgelijmd aan de ondergrond. De lijm bestaat uit hele specifieke eiwitten. Het wonderlijke is dat deze lijm goed blijft werken in zeewater en dat het voetje op stenen en schelpen kan worden vastgelijmd, maar ook op bacterieslijm of een algenfilm. Nog geen enkele door mensen gemaakte lijmstof heeft deze combinatie van eigenschappen.
Het zeewater wordt steeds zuurder. Dat zuur maakt dat de hechtdraden steeds zwakker worden en de mossellijm steeds minder goed gaat werken. Hierdoor zullen de mosselbanken vaker door stormen kapotgeslagen worden.
Kwetsbare mosselbanken
Op plekken waar voldoende voedsel is kunnen mossellarven zich massaal vestigen. Op deze manier ontstaan mosselbanken. Tussen de mossels leven veel andere zeedieren, zoals zee-anemonen, poliepen en grondeltjes. Mosselbanken zijn kwetsbaar. In de Waddenzee werden de meeste oude banken opgevist door de mosselvissers. Die schrapen de banken af om jonge mosseltjes te verzamelen. Ze noemen dat mosselzaad en gebruiken het om mossels te kweken op de mosselpercelen. Volgens de vissers zijn veel banken ook verdwenen door stormen. Tegenwoordig is de mosselzaadvisserij niet meer overal toegestaan.
Japanse oesters en mossels
De komst van de Japanse oester naar de Waddenzee werd lang als een bedreiging gezien voor mosselbanken. Japanse oesters eten veel meer plankton, waaronder ook larfjes van andere schelpdieren, en nemen meer ruimte in beslag. In een paar jaar tijd werden veel mosselbanken in de Waddenzee veroverd door Japanse oesters. Biologen waren bang dat de mossel veel zeldzamer zou worden door concurrentie met de Japanse oesters. Daardoor zouden ook de schelpdieretende vogels, zoals de eidereend en de scholekster, het moeilijk kunnen krijgen. Maar nu blijkt dat de wat oudere oesterriffen een hele geschikte ondergrond zijn voor mosselen en dat de twee soorten prima samen kunnen leven. Zo zijn al op veel plekken gemengde schelpdierbanken ontstaan.
Kenmerken van mossels
- afmetingen:
tot 8 centimeter, soms zelfs tot 15 centimeter
- leeftijd:
meestal 2-3 jaar maar maximaal 24 jaar
- kleur:
blauwgrijs of bruin
- voedsel:
plankton
- vijanden:
krabben, vogels, zeesterren, visserij
- voortplanting:
geslachtelijk
Namen
- Ned: Mossel
- Lat: Mytilus edulis
- Eng: Common mussel (blue mussel)
- Dui: Miesmuschel
- Fra: Moule
- Dan: Blimusling