Het jaar 2018 was voor mij wel een beetje het jaar van de olievogels. Of eigenlijk de tweede helft van het jaar. In juni, na de oliecalamiteit in de haven van Rotterdam, heb ik geholpen met het wassen van zwanen. En in december waren de zeekoeten aan de beurt. Beide soorten hebben we gewassen, maar het is wel heel anders om een grote zwaan te wassen dan een kleine zeekoet!

Grote vogels

Eigenlijk ben ik geen dierverzorger meer bij Ecomare. Maar in tijden van nood spring ik soms bij, samen met een aantal andere voormalige dierverzorgers. Dat is ontzettend leuk om te doen. Toen ik van de oliecalamiteit in Rotterdam hoorde, wilde ik graag helpen. Toch zag ik er wel een klein beetje tegenop om zwanen te wassen. Ik dacht aan mijn ervaring met jan-van-genten. Zulke grote, sterke vogels kunnen gevaarlijk pikken. Tot mijn verbazing waren de zwanen..nou makkelijk zou ik niet zeggen, maar niet agressief. Als kind heb ik gezien dat zwanenouders die jongen hebben behoorlijk tekeer kunnen gaan tegen mensen. Maar de olieslachtoffers in Rotterdam waren voornamelijk jonge mannetjes. Ze gaven zich gewoon over. Ze legden hun nek over onze schouder en lieten zich wassen!

Het wassen van een zwaan in Rotterdam

Wat zijn de 3 K’s?

Als je me vraagt waarom ik een kleine zeekoet moeilijker vind om te wassen dan een grote zwaan kan ik dat ik samenvatten in de 3 K’s: Klein, Karakter en Kleur. Zeekoeten zijn stukken kleiner dan zwanen. Terwijl zwanen rond de 12 kilo wegen zijn zeekoeten minder dan een kilo. Makkelijk om in je handen te houden, maar…. die kleine rakkers glippen snel uit je gladde handschoenen. Ze hebben ook een heel ander karakter: hun scherpe snavel is dichtbij onze handen en ze kunnen behoorlijk snel pikken als ze de kans krijgen. Bovendien hebben zeekoeten een zwarte rug en vleugels! Op de witte veren van een zwaan zie je snel of alle olie eruit is, bij de zwarte vleugels van een zeekoet zie je dat niet.

Wasstraat in Vogelopvang

Als we vogels gaan wassen, richten we een soort wasstraat in de Vogelopvang in. We zetten grote bakken warm sop neer, waar we de vogels een voor een in schoonmaken. Als het water vuil wordt, verhuizen we de vogel naar een volgende bak. Dit doen we tot alle olie van de veren af is. Daarna gaan we met een tuinslang met warm water de vogel heel nauwkeurig schoonspoelen. We gebruiken de hele tijd water van zo’n 40 graden, zodat de vogel niet afkoelt. Als alle zeep uit de veren is gespoeld, zie je dat ze gaan afparelen. Het water loopt van de veren af. De waterdichte werking van de veren is dan hersteld. Een vogel onder de olie is een afschuwelijk gezicht. Als je dat water dan zo mooi weer van die schone veren af ziet lopen, is dat echt iets om blij van te worden!