In onze aquaria scharrelt een flink aantal zeesterren rond. We hebben voornamelijk gewone zeesterren, maar soms ook een zonnester of slangster. Zeesterren worden vaak ‘schattig’ gevonden. Komt dit door hun vorm of ook door hun naam? Wie een volwassen zeester schattig vindt, zal zeker smelten bij de jonkies. Opeens hebben we daar heel veel van. Waar komen ze vandaan?
Geen paring
Zeesterren laten hun geslachtcellen, ei en zaad, gewoon los in het water. Ze paren dus niet. Als een eicel is bevrucht, groeit er een kleine vrijzwemmende larve uit. Het ziet eruit als een doorzichtig garnaaltje, heel minuscuul. Na een aantal larvale stadia verandert het diertje in een kleine zeester. Zo’n zeesterretje is wit en heel teer. Op het glas of een donkere oppervlakte zijn ze wel goed te zien. Ze hebben al een sterretjes-vorm, maar nog met korte armpjes.
Vijf armen
Gewone zeesterren, de meest algemene soort in de Wadden- en Noordzee, hebben vijf armen. Soms verliest een zeester een arm in een gevecht. De afgehapte arm groeit dan langzaam weer aan. Het kan dus gebeuren dat je een zeester met vier lange en een korte arm vindt. De armen zijn identiek en hebben ook dezelfde eigenschappen. Op het uiteinde van elke arm zit een lichtgevoelige vlek. Aan de onderzijde van de armpunten zitten speciale zuigvoetjes die geur/smaak kunnen waarnemen. De armen zijn dus belangrijk voor de waarneming van de zeester.
Voetjes met zuignapjes
De armen van zeesterren zijn heel flexibel. Ze zijn bovendien aan de onderzijde bedekt met kleine zuignapjes. Als een zeester zich voortbeweegt, glijdt hij als het ware op die honderden kleine voetjes over de bodem. Ligt een zeester op zijn rug, dan vouwt hij een of twee armen onder zijn lichaam en draait heel handig terug op zijn buik.
Werken voor je eten
De centrale schijf van de zeester bevat de mond en anus. De anus zit bovenop en de mond onderop; handig voor een bodemkruiper. Zeesterren eten graag mosselen. Maar een mossel geeft zich niet zomaar gewonnen! Het schelpdier houdt zijn kleppen stevig op elkaar, terwijl de zeester juist probeert de schelphelften los te trekken. Helaas voor de mossel is het een ongelijke strijd. De zeester heeft vijf armen met allemaal zuignapjes, de mossel heeft één sluitspier. Als de sluitspier moe wordt, kan hij niet meer op tegen de trekkracht van de zeester. De schelphelften wijken en de zeester kan aan zijn maaltje beginnen. Een zeester heeft een aparte manier van eten: hij stulpt zijn maag uit en verteert het vlees buiten zijn lichaam.
Zeesterren kijken
In onze aquaria zijn de zeesterren goed te bekijken. Als ze over de glazen wand kruipen, kun je de zuignapvoetjes heel goed zien. Je ziet ook hoe ze hun omgeving ontdekken, door de punten van hun armen op te tillen. Dan zet hij de zuignapjes die geur/smaak waarnemen aan het werk. Leuk om eens wat langer bij stil te staan!