Een ieniemienie-vogeltje kwam bij ons in de opvang. Ik dacht een musje. Hij was pas net uit het ei, helemaal kaal en met de oogjes nog dicht. Het enige – relatief – grote aan hem was zijn bek. Rond de snavelopening hebben zulke jonge vogels een dikke gele rand. Dit stimuleert de ouders om er eten in te gooien. Het stimuleerde mij ook om dit te doen!
Nestvlieders
Niet alle vogels die net uit het ei komen hebben zo’n opvallende snavelrand. Kuikens die meteen zelf op zoek gaan naar eten, hebben het helemaal niet nodig. Deze zogenaamde nestvlieders worden tenslotte niet gevoerd door hun ouders. Zij zijn ook niet kaal als ze uit het ei kruipen, maar bedekt met donsveertjes. Bekende voorbeelden van nestvlieders zijn eenden, ganzen en kippen.
Hulpeloos
Het kleintje dat ik onder mijn hoede had gekregen, was een nestblijver. De kaalheid, dichte oogjes, volkomen hulpeloosheid en het bedelbekkie waren daar duidelijke kenmerken van. Tot nu toe plaatsten wij dit soort vogels door naar onze collega’s van Vogelasiel De Paddestoel, maar helaas is dit opvangcentrum in Den Helder momenteel gesloten. Dus besloot ik het zelf te gaan doen.
Intensieve zorg
Zo’n heel jong vogeltje vereist continue, heel intensieve zorg. Hij moet warm gehouden, elke 20 minuten gevoerd en zijn nest moet schoongehouden worden. Voor het warm houden heb ik hem in een nest van doeken in een couveuse geplaatst. Het voeren gaat met kleine stukjes insectenlarven. Het nest schoonhouden is heel makkelijk: om de poep van het vogeltje zit een vliesje, zodat je het gewoon kunt oppakken en weggooien. Zo doen de ouders het ook!
Mezen-moeder
Om aan de constante zorgvraag te voldoen, nam ik het vogeltje elke dag mee naar huis. ’s Nachts hoeft hij niet gevoerd te worden, maar de dag duurt wel langer dan mijn werkdag. Ongelooflijk, wat een werk die oudervogels er aan hebben! Wij kunnen die insecten gewoon kopen, zij moeten ze nog vangen ook. En daarbij hebben ze soms wel tien van die hongerige monden te voeden. Toen er veertjes begonnen te groeien, waren deze tot mijn verrassing geel. Het is dus geen musje, maar een koolmees! We zijn inmiddels al een paar weken op weg en hij groeit gestaag. Volgens mijn collega’s verdien ik het diploma mezen-moeder!