Over zogenaamde exoten is veel te doen en de meningen erover lopen ver uiteen. De een vindt dat ze er inmiddels bij horen, de ander probeert ze te vuur en te zwaard te bestrijden. Dat laatste vaak met matig succes, omdat het nou eenmaal onmogelijk is om alle exemplaren van een soort te vinden als hij zich eenmaal goed heeft gevestigd.
Van ver
Vaak verraadt de naam van een soort al, dat hij uitheems is. Er blijken er nogal wat uit zowel het verre oosten als de Verenigde Staten te komen. Voorbeelden waarvan je dat ook aan de naam kunt zien zijn: Amerikaanse zwaardschede, Amerikaanse vogelkers, Amerikaanse rivierkreeft, Japans bessenwier, Japanse oester en Japanse duizendknoop. De wereldwijde scheepvaart heeft een hoop bijgedragen aan de verspreiding van soorten over de aardbol, maar ook de handel in tuin- en waterplanten en huisdieren.
Oppassen
Vroeger waren mensen zich niet zo bewust van het gevaar een dier of plant te introduceren in een voor de soort nieuw gebied. Dat heeft tot een hoop ellende geleid, waardoor we nu veel voorzichtiger zijn geworden. Er worden tegenwoordig veel meer voorzorgsmaatregelen genomen. Bij het NIOZ wordt bijvoorbeeld onderzocht hoe je het beste ballastwater kunt behandelen, om onbedoelde verstekelingen te weren. In onze tentoonstelling Waddenstad kun je er meer over ontdekken.
Vijanden
Heeft een soort zich eenmaal gevestigd en voelt hij zich hier thuis, dan is het eigenlijk onmogelijk hem weer kwijt te raken. De focus ligt dan op het beheersbaar houden. Amerikaanse vogelkers bijvoorbeeld, zal niet meer verdwijnen uit ons land. Door de plant gericht uit te spitten, kun je wel zorgen dat andere struiken en boompjes ook een kans hebben. Soms komt de natuurlijke vijand van een exoot er – spontaan of geholpen door de mens – achteraan. De Japanse stekelhoren bijvoorbeeld, die graag jonge Japanse oesters eet. Met het introduceren van zo’n natuurlijke vijand nemen we echter opnieuw een risico, dus dat moet vooraf goed in kaart worden gebracht.
Help mee
Wat kunnen we zelf doen? Je kunt je bijvoorbeeld aanmelden bij een natuurorganisatie om te helpen bij beheersactiviteiten. En vanzelfsprekend introduceer jij zelf nooit een plant of dier op een plek waar hij niet van nature voorkomt. Dus geen vijverplanten, gekochte vissen of schildpadjes in de sloot zetten en geen woekerende exotische tuinplant een nieuw huis geven in het bos. Sowieso is voorkomen beter dan genezen en als je je tuin vult met inheemse planten komen de inheemse dieren vanzelf. Mooier en natuurlijker wordt het niet!