Er valt weer een hoop te melden over de nieuwe aanwinsten in het Zeeaquarium. Zo hebben we onlangs van de TX 1 jonge platvissen gekregen: tarbot, schol en schar. Daarnaast hadden ze twee grote heremietkreeften, een sint-jakobsschelp, twee wulken en een kreeft voor ons. Interessante dieren en voor mij een uitdaging om te zorgen dat ze het juiste eten krijgen!
Grote heremietkreeft in wulkenhuis
Grote levende schelp
De sint-jakobsschelp is zo’n 12 centimeter groot. Een volwassen dier. Sint-jakobsschelpen hebben een bolle en een platte kant. Ze liggen met de bolle kant op het zand, dus niet zoals een kokkel verticaal ingegraven met de opening naar boven. Doordat de schelp zich niet ingraaft, is hij in zijn geheel te zien. Hij staat bijna de hele dag open; dan filtert hij het water en haalt er voedseldeeltjes uit. Hij woont in het aquarium van het zeelab, samen met de jonge hondshaaitjes. Die voer ik krill en mysis (heel kleine garnaaltjes), die kan de schelp ook eten.
Open of dicht
Als de sint-jakobsschelp ergens van schrikt gaat hij dicht. Hij kan zijn kleppen met grote snelheid sluiten. De schelp kan schrikken van aanraking, maar ook van een schaduw. Hij heeft namelijk lichtgevoelige cellen aan de bovenrand van zijn mantel. Zo ‘ziet’ hij het wanneer er een groot object in de buurt komt. Het snelle sluiten van de schelphelften gebruikt het dier ook om zich voort te bewegen. Dan dient het als straalaandrijving. De schelp schiet naar achteren omdat hij door het sluiten van zijn kleppen water naar voren verplaatst.
Grote heremietkreeft
Grote heremietkreeft is de naam van de soort, maar de twee exemplaren die wij hebben gekregen zijn ook daadwerkelijk groot. Ze hebben het moeilijk in de natuur, omdat er een gebrek is aan grote slakkenhuizen. Wulken zijn de producenten van grote slakkenhuizen en met deze zeeslak gaat het niet goed. Zo zie je maar weer hoe alles met elkaar samenhangt. Doordat de wulk achteruit gaat, is er een huisvestingsprobleem bij de grote heremietkreeften!
Keuzestress
Ik heb de twee grote heremietkreeften een aantal grote slakkenhuizen gegeven om uit te kiezen. Hun zachte achterlijf moet namelijk in een passend slakkenhuis; niet te klein, maar ook niet te groot. Zij zijn de enige die het optimale formaat kunnen bepalen. De eerste tijd waren ze steeds van slakkenhuis aan het wisselen. Het leek wel of ze keuzestress hadden: zo’n uitgebreid assortiment waren ze vast niet gewend!
Vlokkige zeeslak
Wulken zijn zeeslakken met een huisje, maar er zijn ook naakte zeeslakken. De vlokkige zeeslak die wij sinds kort in het Zeeaquarium hebben, is hier een voorbeeld van. Deze slak eet kleine anemoontjes. Gelukkig planten onze anemonen zich driftig voort, dus we hebben aanwas genoeg. De vlokkige zeeslak was zelf ook aan nageslacht begonnen, maar ik weet niet of de eitjes levensvatbaar waren. Het is bovendien bijna onmogelijk om te voorkomen dat larfjes met de overloop wegspoelen.