Soms krijgen we een heel nest kuikens in de opvang, maar vaak zijn het individuele vogels. Alleen zijn is niet voor elk dier prettig; voor veel jonge vogels is het belangrijk om op te groeien met soortgenoten. Toen we laatst een eenzaam eendenkuiken én een jong fazantje alleen in de opvang hadden, hebben we dan ook voor allebei een oplossing gezocht.
Groepjes vormen
Als wij een enkel eenden- of ganzenkuiken in de opvang hebben, bellen we vaak een andere wildopvang. We vragen dan of zij een groepje van vergelijkbare leeftijd hebben. Daar kan zo’n pul in het algemeen probleemloos bijgevoegd worden. In april/mei, tijdens het hoogtepunt van de pullen, kregen we zo regelmatig nieuwe pulletjes binnen, dat we steeds groepjes konden vormen. Het kleine pulletje dat zonder leeftijdsgenootjes dreigde te moeten opgroeien, kwam vrij laat in het seizoen binnen. Voor hem hadden we geen groepje beschikbaar.
Gekoppeld aan bergeenden
Om het gemis aan contact met soortgenoten enigszins te verzachten, hebben we het pulletje een spiegel en een knuffel gegeven. Maar toen we twee bergeendenkuikens in de opvang kregen, hadden we een veel betere oplossing. Ook al zijn het verschillende soorten, de drie kleintjes gaan prima samen. Toen ze nog heel klein waren, verschilden ze vooral in kleur van elkaar. Inmiddels zijn ze al aardig gegroeid en zie je steeds beter dan het echt andere soorten zijn. Bergeenden staan wat meer rechtop dan wilde eenden en zijn ook groter. Het samenleven gaat gelukkig nog steeds prima.
Samen met kippen
Het kleine fazantje stelde ons ook voor een probleem. Waar haal je zomaar een groepje fazantenkuikens vandaan? Daarom hebben we voor hem kippenkuikens te leen gevraagd bij Sander de Ridder. Met twee kippenkuikens van ongeveer gelijk formaat als het fazantje, had hij toch een groepje. Hij ging meteen beter eten en zat duidelijk lekkerder in zijn vel.
Sociale vogels
Sociale vogels voelen zich beter met soortgenoten om zich heen, ook als ze volwassen zijn. Dit geldt bijvoorbeeld voor jan-van-genten en meeuwen. Voor hen fungeert onze vaste groep grote zeevogels als tijdelijke sociale omgeving. Als wij een grote zeevogel in de opvang krijgen, verzorgen wij hem in eerste instantie apart. Maar als de vogel geen individuele zorg meer nodig heeft, mag hij verder aansterken op de groep. Daar voelt zo’n vogel zich prettiger en dat helpt bij het herstel. Zo proberen we elk dier te geven wat hij nodig heeft.