Als wij een dier opvangen, willen we vaak weten of het een mannetje of een vrouwtje is. Het is op zich niet belangrijk, maar een zeehond geven wij bijvoorbeeld een naam. Dan is het wel leuk als de naam bij het geslacht past. Maar hoe weten we of het een mannetje of een vrouwtje is? Daarvoor hebben wij onze trucjes!
Zeehonden
Bij een zeehond, ongeacht de soort, zie je een aantal gaatjes / openingen op de buik. Onder haar navel heeft een vrouwtje twee donkere ‘stippen’ waar de tepels tevoorschijn komen wanneer dat nodig is. Onder het navelgaatje van het mannetje is een ‘gaatje’ om te plassen. Dit is ook zijn geslachtsopening. Zijn penis komt alleen tijdens het paren uit deze opening tevoorschijn. Het plasgaatje van het vrouwtje zit onder haar staart.
Bruinvissen
Bij bruinvissen is het geslacht nog makkelijker te bepalen. Mannetjes hebben een duidelijke verdikking op hun buik. Ze hebben een heel lange penis, die in rustpositie in hun buik verborgen zit. Het vrouwtje heeft naast haar geslachtsopening de ‘gaatjes’ van de melkklieren.
Vogels
Bij veel vogelsoorten is het geslacht eenvoudig aan het verenkleed te zien. Vaak zijn de mannetjes heel opvallend gekleurd om de vrouwtjes te imponeren. Denk bijvoorbeeld aan de eidereend of de fazant. Maar bij de jan-van-gent of scholekster lijken de beide geslachten juist sprekend op elkaar. Dan kun je het alleen via het DNA te weten komen. Dat kunnen we niet zelf, dus dat doen we in principe niet.
Krabben
Bij krabben zijn de mannetjes en vrouwtjes makkelijk te onderscheiden. Hun staart zit omhooggeklapt onder hun buik. Die van het mannetje is scherp en puntig, als de vorm van een vuurtoren. Bij het vrouwtje is deze breed en afgerond, als de vorm van een soort bijenkorf.
Links is een vrouwtjeskrab te zien, rechts een mannetje
Andere zeedieren
Bij sommige vissoorten is het mannetje kleurrijker dan het vrouwtje. Maar bij de lipvissen worden alle vissen als vrouwtje geboren! Mocht het nodig zijn dan is een dominanter vrouwtje in staat om van vrouw naar man te veranderen. Zoiets zie je bij meer zeedieren, zoals bij een aantal garnalensoorten. Muiltjes zitten soms als een torentje op elkaar. De onderste van de toren is dan een mannetje, de bovenste een vrouwtje. De schelpen in het midden vertonen een geleidelijke overgang. En bij zeepokken is het helemaal bijzonder: zij kunnen zowel mannetje als vrouwtje zijn. Pas als ze gaan paren wordt het geslacht bepaald.