De eiders hebben jongen en dat hebben we gemerkt! Na de periode met harde wind kregen we zeven eiderpullen in de opvang. In tegenstelling tot jonge wilde eendjes, die we opvangen tot ze volwassen zijn, hebben we de eiderpullen snel weer uit kunnen zetten. Zij hebben namelijk een heel ander soort jeugd dan de meeste eenden.
Jonge eider (zwart) tussen jonge wilde eendjes.
Bescherming
Eenden zijn nestvlieders. Dat betekent dat ze meteen nadat ze uit het ei zijn gekomen, met hun ouders meegaan. Ze hoeven niet gevoerd te worden door de oudervogels, maar hebben wel hun bescherming nodig. Eiders brengen hun jongen, als ze wat zijn gegroeid, onder in crèches. Een aantal vrouwtjes bewaakt de groep jonge vogels, terwijl de rest lekker ‘vrij heeft’ en op zoek kan gaan naar eten.
Verzwakt en vies
De jonge eiders die in de opvang kwamen, waren gevonden op het strand. Door de harde wind en hoge golven waren ze het strand op gesmeten. Ze waren daardoor uitgeput en vies van het schuim in de branding. We hebben ze een paar dagen laten bijkomen in de Vogelopvang. Jonge eenden krijgen bij ons speciale watervogelkorrels: microfloating. Dit zijn korrels die op het water drijven. De eiderpullen aten er goed van!
Bij andere eiders
Nadat de pullen waren aangesterkt, hebben we ze in samenwerking met Staatsbosbeheer naar De Slufter gebracht. Daar zwemmen groepen eiders met crèches. Het lijkt heel makkelijk: je kunt de jongen gewoon bij een willekeurige crèche voegen. Maar je moet ze er wel veilig bij zien te krijgen. Kom je te dichtbij, dan zwemt de hele crèche weg. Laat je de jongen heel lang onbeschermd naar de crèche toe zwemmen, dan lopen ze een groot risico door een rover gepakt te worden. Ook meeuwen lusten wel een jong eendje! Gelukkig ging het goed en voegden ze soepel tussen de andere jonge eiders.
Spiermaag
Volwassen eiders in de opvang zijn heel wat minder makkelijk te verzorgen dan hun jongen. Eiders eten namelijk schelpdieren, die ze in hun geheel inslikken. Met hun sterke spiermaag kraken ze de schelp waarna de vogel de harde delen uitbraakt. In de opvang lukt het meestal niet ze schelpen te laten eten. Maar als ze te lang zacht voer eten, worden hun maagspieren niet gebruikt en gaan die snel achteruit. Een eider in de opvang proberen we dan ook altijd zo snel mogelijk, zodra zijn conditie het toelaat, weer vrij te laten.