Als onderdeel van mijn bachelor Biologie aan de Universiteit Utrecht heb ik tien weken gedragsonderzoek gedaan bij de zeehonden van Ecomare. De vraag bij dit onderzoek was, of stereotiep gedrag (patroonzwemmen) kan worden verminderd door verrijking. Als tweede vraag wilde ik graag weten of de dieren verschillend reageren op diverse soorten verrijkingsmaterialen. Er kwamen verrassende antwoorden uit!
Drie soorten verrijkingsmaterialen
Ik heb mijn onderzoek uitgevoerd bij het bassin met de glazen wand, waar de gewone zeehonden Karien en Sille in zwemmen, samen met ringelrob Bob. Onvermijdelijk hebben ze standaard rondjes ontwikkeld, die ze steeds op dezelfde manier zwemmen (patroonzwemmen). Dat wilde ik dus graag doorbreken! Ik heb drie soorten verrijkingsmaterialen getest: een spiegel, grote slierten nep-wier en een bal met gaten waar we vis in stopten.
Verwachting
Van te voren verwachtte ik dat alle drie de verrijkingsmaterialen het patroonzwemmen zouden verminderen. Ik dacht daarnaast dat de bal met de vis de meest favoriete verrijking zou zijn, omdat daar nou eenmaal iets te eten uit te halen was. Ik heb op steeds andere momenten van de dag een verrijkingsmateriaal aangeboden en daarna gedurende 20 minuten de gedragingen van de dieren geobserveerd. Dat betekende veel zitten voor het raam, kijken en opschrijven wat de dieren doen.
Resultaten
De resultaten van mijn onderzoek verbaasden mij enorm. De visbal bleek geen (meetbaar) effect te hebben op het patroonzwemmen. De spiegel zorgde wel voor een daling in het patroonzwemmen, maar het wier veroorzaakte juist een stijging! Dit vroeg natuurlijk om nadere inspectie van de gegevens. Het bleek dat de spiegel een enorm effect heeft op het gedrag van Bob, waardoor hij het gemiddelde sterk bepaalde. Karien vertoont bij alle verrijkingsmaterialen juist een toename in patroonzwemmen en bepaalt daardoor bij het wier het toegenomen effect. Bij Sille zag ik weinig effect.
Verklaringen
Stereotiep gedrag, in dit geval patroonzwemmen, wordt door dieren gebruikt om zichzelf te kalmeren. Karien lijkt dit nodig te hebben bij blootstelling aan iets nieuws; dat levert haar blijkbaar stress op. Geruststellend was wel, dat dit effect afnam naarmate ze eraan gewend raakte. Grappig genoeg is Karien wel de baas in het bassin; ze pikt rustig een vis af van Bob! Bob is het meest nieuwsgierig van de drie en vond de spiegel heel interessant. Of hij in zijn spiegelbeeld zichzelf of een soortgenoot herkende, weten we niet, maar dat zou een verklaring kunnen zijn. Al met al levert het onderzoek geen eenduidig resultaat op. Daarvoor was de tijd en het aantal dieren ook te beperkt. Ik vond het wel heel leerzaam en interessant. Ik hoop dan ook door te gaan in de gedragsbiologie!