Het is verleidelijk en we maken ons er allemaal wel eens schuldig aan: het gedrag van een dier uitleggen in menselijke termen. Dan zeggen we dat een dier jaloers is, verlegen, zich verveelt of juist gelukkig is. Soms lijkt het best te kloppen, maar je kunt de plank ook flink misslaan als je alles langs de menselijke meetlat legt. Dat merken wij soms ook bij onze dieren.
Niet sociaal
Mensen zijn sociale wezens. Wij vinden het daarom al snel zielig als een dier alleen is. We gaan ervan uit dat hij graag gezelschap wil. Maar sommige dieren leven nou eenmaal in hun eentje. Ook zeehonden zijn geen sociale dieren, ondanks dat ze in de natuur wel naast elkaar op de zandbanken liggen. Wij plakken er dan snel het woord ‘gezellig’ op, maar ze vormen geen vriendschappen en de volgende keer liggen ze weer bij andere zeehonden.
Lichaamstaal
In de dierverzorgersopleiding leer je naar de signalen van een dier te kijken. Veel mensen begrijpen hun huisdier prima aan zijn lichaamstaal: de stand van de oren en de staart van een kat of hond zegt heel veel over hoe het dier zich voelt. Ik kan mijn paard ook heel goed ‘lezen’. Lastiger wordt het, wanneer het een wild dier betreft. Een zeehond die op het strand ligt, gaat bijvoorbeeld met zijn voorflippers op het zand klapperen als mensen naar hem toe lopen. Dat ziet er schattig uit, maar hij wil ermee duidelijk maken dat hij zich bedreigd voelt. Voor zijn gemoedsrust is het dus belangrijk om op grote afstand te blijven.
Goed bedoeld
Het is altijd heel goed bedoeld, maar toch bezorgen mensen dieren vaak onnodig stress. Aaien is een voorbeeld: wij zijn geneigd een dier te aaien om hem gerust te stellen. Voor wilde dieren is dat echter heel bedreigend. Als iemand belt over een hulpbehoevende vogel, adviseren wij altijd om hem in een doosje te stoppen of in een doek te wikkelen. Het donker en de besloten ruimte zorgen dat de vogel tot rust komt. Dit gaat misschien tegen je gevoel in, maar is echt het beste voor het dier.
Moederzorg
We worden ook geregeld gebeld door mensen die zich zorgen maken over een jonge zeehond die alleen is. Vanaf augustus is voor alle gewone zeehonden de zoogtijd voorbij. Een zeehondenmoeder laat haar jong na zo’n vier weken alleen. Dat is niet zielig, dat is hun natuur. Als de honger begint te knagen, gaat het jong vanzelf op jacht, allemaal op instinct. Zeehonden leren het jagen niet van hun moeder. Daarom hoeven wij ons ook nooit af te vragen of onze opvangzeehonden zich wel gaan redden in zee. Ze gaan vanzelf jagen en zoeken hun eigen weg. Helemaal zelfstandig!