In het sprookje van het lelijke eendje groeide een als onaantrekkelijk uitgelachen kuiken uit tot een prachtige zwaan. De eenden die het zwanenjong uitlachten, hadden duidelijk nog nooit een kuiken van een duif gezien. Die zijn pas lelijk! Maar eigenlijk heeft zo’n pluizig gedrochtje ook wel weer zijn charme.
Kuiken-verschillen
Jonge vogels die meteen het nest verlaten worden nestvlieders genoemd. Voorbeelden hiervan zijn eenden, ganzen en hoenders. Hun kuikens komen als vertederende donsbolletjes uit het ei. Ze gaan direct aan de wandel en eten zelfstandig, onder toeziend oog van de oudervogel. Ook jonge meeuwtjes en weidevogels zien er schattig uit. De kuikens van zangvogels zijn daarentegen rare pluizenbollen met een enorme snavel. Daar zit bij de meeste soorten ook nog een dikke gele rand omheen, waardoor de snavel nóg groter lijkt.
Rommelig uiterlijk
Af en toe krijgen we een jonge vogel in de Vogelopvang. Dat gebeurt natuurlijk vooral in het voorjaar. Maar duiven broeden tot laat in de herfst door en zo bracht iemand onlangs een jonge houtduif met een wond op zijn kop. Hij was al half volgroeid, maar nog steeds pluizig. Zijn eerste pennen waren aan het doorkomen. Dit is geen erg fraaie fase in hun ontwikkeling. De vogels hebben dan allemaal schachten tussen hun donsveren in hangen, waar de grotere slagpennen in groeien. Het oogt heel rommelig, maar dat is ook wel weer vertederend.
Gele snavelrand
De meeste jonge zangvogels hebben, zoals gezegd, een dikke gele rand om hun snavel als ze uit het ei komen. Dit stimuleert de ouders om er voedsel in te stoppen. De kuikens sperren hun snavel wijd open als de oudervogel eraan komt met eten en beginnen ook nog eens hard te piepen. Samen vormt het een heel duidelijke boodschap: HONGER! De gele rand verdwijnt als de jongen zelfstandig worden. Duivenkuikens hebben niet zo’n gele rand.
Soort herkennen
Een jonge houtduif, kauw of merel kan ik wel makkelijk herkennen, maar bij de kleine zangvogelsoorten wordt het toch een stuk moeilijker. We hebben met eendenkuikens ook wel eens op ons hoofd moeten krabben. Dan was het een wit met zwart pulletje en had het toch iets over zich waardoor we wisten dat het geen bergeendje was. Bleek het een nijlgans te zijn! Dan wordt het toch een soort verrassingsei: wat komt eruit?!
Voor landvogels verzorgen wij alleen de eerste opvang. Wij plaatsen ze door naar Vogelasiel De Paddestoel in Den Helder. Daar is de houtduif ook naartoe gegaan.