Zeesterren hebben hun uiterlijk mee. De meeste mensen associëren de stervorm met iets gezelligs en positiefs. Voor mosselen zijn de zeesterren die in onze zee leven echter een regelrechte vijand. Het zijn namelijk, net als verreweg de meeste leden van deze uitgebreide familie, rovers. Hun tropische familieleden bedreigen zelfs het koraal! Zeesterren komen over de hele wereld voor. In ons Zeeaquarium hebben we gewone zeesterren.
Vijf armen
De gewone zeester is degene die iedereen in Nederland kent: ronde schijf in het midden, vijf stevige armen. Als de zeester nooit een ongeluk heeft gehad, zijn de armen allemaal van dezelfde grootte. Is hij ooit een arm verloren, dan groeit die vanzelf weer aan, maar blijft wel korter. Soms worden er ook wel gewone zeesterren gevonden met een extra arm, of juist eentje minder. In elke arm zitten dezelfde organen, waaronder geslachtsorganen. Als een zeester een arm verliest, is hij dus niet meteen gehandicapt!
Zuignapjes
Zeesterren horen tot de stekelhuidigen. Ze voelen ruw aan, doordat hun huid allemaal kleine kalkplaatjes bevat. Zeesterren lopen niet met hun armen, maar met de zuignapjes eronder. Hun armen zijn aan de onderkant bedekt met allemaal kleine ‘voetjes’. Als ze over een glasplaat lopen, bijvoorbeeld de zijkant van een aquarium, kun je prachtig zien hoe deze voetjes samenwerken om het dier te laten bewegen.
Hard trekken
De zuigvoetjes hebben niet alleen een functie bij de voortbeweging, maar ook bij het voedsel vergaren. Zeesterren zijn namelijk dol op mosselen, maar die liefde is niet wederzijds. Een mossel doet er verstandig aan zijn twee schelphelften zo stevig mogelijk op elkaar te klemmen als er een zeester aankomt. Helaas voor de mossel lukt het de zeester dan alsnog om hem open te krijgen. Dankzij al die zuigvoetjes! De zeester trekt net zo lang aan beide schelphelften van de mossel, tot de sluitspier van de mossel het niet meer houdt. Dan wijkt de schelp en slaat de zeester toe.
Uitwendige vertering
Zeesterren eten door hun maag naar buiten te stulpen, bijvoorbeeld in een mosselschelp. Het vlees wordt buiten het lichaam van de zeester verteerd. De maag brengt het inmiddels vloeibaar gemaakte vlees vervolgens mee naar binnen. De maagopening zit aan de onderkant van de centrale schijf. Zeesterren zijn dus wel echte roofdieren, maar ze hoeven niet achter hun prooi aan te rennen. Ze kunnen trouwens nog best vaart maken met hun zuigvoetjes, hoewel de term ‘traag’ toch wel het meest passend is. Al met al zijn zeesterren boeiende dieren, die het waard zijn om eens uitgebreid te bekijken.