Eerder heb ik de balans op gemaakt van de dieren die we vorig jaar in de Vogelopvang hebben opgevangen, nu is het overzicht voor de Zeehondenopvang klaar. In 2020 hebben we in totaal 79 zeehonden opgevangen, waarvan we er 52 gezond en wel weer terug konden brengen naar zee. We hebben dus niet alle dieren kunnen redden, maar dat is ook logisch. Sommige dieren zijn nu eenmaal al te ziek als ze in de opvang terecht komen.
Het is altijd een feestje als er zeehonden terug mogen naar zee (foto Sibbie Haak)
Meer gewone
Het is wel interessant om de cijfers eens nader te bekijken. Zo hebben we in 2020 in totaal 20 grijze zeehonden opgevangen, waarvan we er 18 terug hebben gebracht naar zee. De resterende 59 waren allemaal gewone zeehonden. In deze groep valt op dat verreweg de meeste dieren die zijn overleden, tot de groep ‘juvenielen’ horen. Dit zijn in het algemeen dieren die met een vergevorderde longworminfectie in de opvang kwamen.
Zogende pups
Opvallend is ook dat we van de grijze zeehonden niet één zogende pup hebben opgevangen. Alle 20 jonge grijze zeehonden die we vorig jaar in de opvang kregen, waren al niet meer afhankelijk van moedermelk. Bij de gewone zeehonden was dat wel anders: 17 pups waren nog niet gespeend toen ze in de opvang kwamen. Deze dieren krijgen bij ons de eerste dagen zalmpap via een slang in hun maag, als vervanger van moedermelk.
Verschil
Grijze zeehonden zijn sterker, strijdlustiger en nieuwsgieriger dan gewone. Dit geldt zowel letterlijk als figuurlijk. Ze worden minder snel ziek en hebben, als ze ziek of verzwakt zijn, meer een vechtersmentaliteit. Bij het hanteren van een grijze zeehond moeten we daardoor veel meer oppassen dan bij een gewone zeehond. Als we een grijze onder dwang moeten voeren is dat vaak een behoorlijk gevecht. Gelukkig gaan ze in de regel, juist door hun strijdvaardigheid en nieuwsgierigheid, snel zelf eten. En ze vechten zich beter door hun ziekte heen. Hun sterftecijfer is een stuk lager dan bij de gewone zeehonden.
Wel of niet herstellen
Als de dierenarts inschat dat een zeehond niet beter kan worden, dan wordt hij in overleg met ons geëuthanaseerd. Dat gebeurt vooral bij dieren die lang met een longworminfectie hebben rondgezwommen. Hun longen zijn dan zover aangetast, dat ze niet meer kunnen herstellen. Euthanasie is natuurlijk niet de keuze die we willen maken, maar voor zo’n dier wel beter dan een lange lijdensweg op het strand. Wat we echt willen, lukt gelukkig bij de meerderheid van de zeehonden die we opvangen: herstellen, aansterken en gezond terug naar zee!