Laatst heb ik voor het eerst kennisgemaakt met het fenomeen ‘zeehondenluis’. Er kwam een zeehond in de opvang die allemaal bolletjes in zijn vacht had. Mijn collega Gabriëlle zat boven hem en fixeerde hem met haar knieën om hem vocht te geven, toen ik zo’n bolletje met de nodige moeite los wist te pulken. Op mijn verbaasde “Het heeft pootjes!” had Gabriëlle opeens grote haast om van de zeehond af te komen!
Jeuk
Gabriëlle zag natuurlijk ook dat de zeehond er helemaal mee onder zat. Je kreeg al jeuk als je er naar keek. Ik ben mij eens gaan verdiepen in deze parasiet, want het was voor het eerst in de zes jaar dat ik bij Ecomare werk, dat ik ze tegenkwam. Het blijken echte luizen te zijn, ze horen tot dezelfde groep als onze hoofdluis. Dit in tegenstelling tot de parasieten die op walvissen zitten en walvisluizen worden genoemd, maar kreeftachtigen zijn.
Sterke klauwen
De Latijnse naam van zeehondenluis is Echinophtitius horridus. Horridus is afschuwelijk in het Latijn; dat vonden wij nou ook! De diertjes leven van bloed. Ze doorboren de huid met hun aan deze functie aangepaste monddelen. Ze hebben grote, sterke klauwen, waarmee ze zich aan de haren van de zeehond vastklampen. Dat verklaart waarom het mij zoveel moeite kostte om er eentje los te trekken.
Opluchting
Als een zeehond niet fit is en veel op het droge ligt, krijgen de luizen de kans om zich grootschalig te vermenigvuldigen. Dat was blijkbaar bij zeehond Job gebeurd. Om hem er vanaf te helpen, heeft hij van de dierenarts een parasietendodend middel gekregen. Het middel werkt gelukkig ook tegen zeehondenluis. De dagen nadat we het Job hadden gegeven, lagen de luizen dood in het verblijf. Wat moet het een opluchting voor hem zijn geweest dat hij zijn kwelgeesten kwijt was!