Bij Ecomare kun je drie soorten zeehonden zien: gewone en grijze zeehonden en een ringelrob. Waarom is de ene zeehondensoort ‘gewoon’? Het is de soort die in de Waddenzee het meest voorkomt, maar verder is hij net zo gewoon of bijzonder als de grijze. Die bovendien niet veel grijzer is dan de gewone. De gewone zeehond is trouwens in goed gezelschap: je hebt ook de gewone dolfijn, de gewone zwemkrab en de gewone vinvis. Stuk voor stuk bijzondere dieren!
Als eerste benoemd
Een mogelijke verklaring voor het gewone in de naam kan zijn, dat het de soort is die als eerste van een familie is benoemd. Het heeft in elk geval geen relatie met het huidige voorkomen. De gewone dolfijn wordt minder vaak in de Nederlandse wateren gezien dan de witsnuitdolfijn en de tuimelaar. En de gewone vinvis is als één na grootste walvisachtige toch moeilijk gewoon te noemen!
Verwijzingen in namen
Namen van planten en dieren kunnen heel verschillende verwijzingen hebben. Eerst maar eens over het eerste deel van een naam. Deze kan bijvoorbeeld verwijzen naar de plek waar de soort voorkomt, zoals bij akkerwinde, bosanemoon, Noordzeekrab of zee-egel. Bij pinksterbloem, meiraap, junikever en maarts viooltje geeft het aan wanneer je de soort kunt zien. Dat een naam begint met een kleur komt veel voor: groene specht, gele lis, blauwe reiger, purperslak. Ook het formaat of de vorm maakt geregeld onderdeel uit van de naam: grote, kleine, hoekige, ronde.
Wetenschappelijke namen
Het tweede deel van een naam verwijst vaak naar de familie of groep waartoe een soort behoort. Om te zorgen dat iedereen over de hele wereld weet over welke soort je het hebt, heeft elke beschreven soort een wetenschappelijke, Latijnse naam. Deze bestaat altijd uit twee delen. Het eerste woord is de geslachtsnaam – de groep waartoe de soort behoort. Het tweede woord is de soortaanduiding. In combinatie is het een unieke naam die voor één soort geldt.
Unieke combinaties
Ik zal bovenstaande proberen te verduidelijken met voorbeelden. De gewone zeehond heeft als Latijnse naam Phoca vitulina en hoort tot de familie van de Phocidae. De hondshaai, Scyliorhinus canicula hoort tot de Scyliorhinidae. De gewone vinvis, Balaenoptera physalus, hoort bij de Balaenopteridae. Er zijn dus meer zeehondensoorten waarvan de Latijnse naam met Phoca begint en de andere vinvissen heten allemaal Balaenoptera, maar de naam die erachter komt is dan anders. Ook de Latijnse soortnamen hebben vaak betrekking op uiterlijke kenmerken of voorkomen. En ook ‘gewoon’ komt voor. In het Latijn is dat vulgaris.