Noordzeevissers krijgen regelmatig fossiele botten in hun netten. Tijdens het Havenvistijn in Oudeschild op 11 augustus was er een grote berg van gemaakt. Iedereen mocht er in zoeken en zijn vondst laten determineren door deskundigen. De meeste botten konden zij eenvoudig op naam brengen, maar één was ook voor hen een raadsel.

Bottendeskundigen

Naast de bottenberg zaten Ecomare-conservator Arthur Oosterbaan, zijn collega Bram Langeveld van het Natuurhistorisch Museum Rotterdam en Nynke de Boer, archeologiestudent uit Groningen. Deze drie deskundigen brachten de botten die mensen uitgekozen hadden op naam. Desgewenst mochten de botten mee naar huis, waardoor de berg langzaam slonk. In totaal zijn wel zo’n elf viskisten vol botten meegenomen!

De grote vijf

De meeste botten waren afkomstig van ‘de grote vijf van de ijstijd’; wolharige mammoet, wolharige neushoorn, steppewisent, paard en reuzenhert. Daarnaast werden botten van onder meer een rendier, bever, beer en hyena uit de bottenberg opgediept. Er waren ook mensen die een bot van huis hadden meegenomen, omdat ze wisten dat er deskundigen aanwezig waren. Een stuk kies van een Stegodon was het meest uitzonderlijk: deze uitgestorven olifantachtige leefde in Zuidoost-Azië. De kies kwam dan ook niet uit de Noordzee.

Raadsel

Eén stuk bot stelde de deskundigen voor een raadsel. Het is volledig versteend en bevat knaagsporen. Het is onduidelijk waar het een onderdeel van is geweest en van welk dier. Het kan een deel van een klauw zijn, maar ook van een hoorn. Een mysterie! Arthur Oosterbaan gaat foto’s ervan rondsturen naar collega’s, in de hoop dat zij het raadsel kunnen oplossen.