Zeepaardjes zijn vissen met een aantal heel aparte eigenschapen. We hebben op het moment maar liefst negen zeepaardjes in de winteropvang in ons Zeeaquarium. We kunnen nu dus dagelijks genieten van deze zachtaardig ogende diertjes. Ook al hebben ze een ‘lief’ uiterlijk, het zijn wel roofdieren. Alleen zijn hun prooien superklein en zijn ze alleen voor deze dieren gevaarlijk. Wij voeren ze mysis, een kleine soort garnaaltjes.
Echte vissen
Vissen hebben een aantal algemene kenmerken: ze zijn koudbloedig, ze kunnen met hun kieuwen zuurstof uit het water halen, ze hebben vinnen en schubben. Dit geldt ook allemaal voor zeepaardjes. Alleen zijn hun vinnen heel klein en hebben ze geen schubben maar plaatjes van been. Hun snuit en staart zijn opvallend lang en hebben allebei een heel eigen functie.
Bijzondere snuit
Zeepaardjes zuigen met hun lange snuit hun prooien uit het water. Het water dat met de hap meekomt, verlaat het lichaam via de kieuwen. De prooien bestaan uit minuscule diertjes. Dit noemen we zoöplankton, dus dierlijk plankton. Doordat de hapjes zo klein zijn, eten zeepaardjes eigenlijk de hele dag door. In ons aquarium voeren we ze meerdere keren per dag. Wij hebben mysis in de vriezer. Zo kunnen we steeds ‘verse’ mysis voeren.
Grijpstaart
De staart van zeepaardjes is heel bijzonder: het is een echte grijpstaart. Er zijn geen andere vissen die dit hebben! Zeepaardjes maken dankbaar gebruik van de grijpfunctie van hun staart. Ze kunnen niet erg goed zwemmen met hun kleine vinnetjes en al helemaal niet tegen de stroom in. Doordat ze zich met hun staart vasthouden aan wieren en andere objecten in zee, raken ze niet op drift. Door de stroming komt hun voedsel vanzelf voorbij drijven!
Broedzorg
Zeepaardjes kennen broedzorg, ook een bijzonder fenomeen. Dit komt bij meer vissensoorten voor, op heel verschillende manieren. Zo hebben stekelbaarsjes een nest waar het mannetje over waakt en waar hij met zijn vinnen af en toe vers, zuurstofrijk water overheen wappert. Er bestaan zelfs muilbroeders, vissen die de eitjes in hun mond houden tot ze uitkomen. Zeepaardjes hebben er een speciale broedbuidel voor, althans…de mannetjes. Bij zeepaardjes zijn het de mannetjes die een dikke buik krijgen bij de voortplanting!
Broedbuidel
Als zeepaardjes paren, houden ze hun staarten in elkaar gestrengeld. Het vrouwtje brengt dan de eicellen in kleine aantallen tegelijk in de buidel, waarna het mannetje ze bevrucht. Het mannetje houdt de embryo’s in zijn buik tot ze zelfstandig kunnen leven. Het is nog best riskant om de broedbuidel te verlaten, want papa zeepaard herkent zijn eigen kroost niet. Ze kunnen dus zomaar in zijn zuigsnuit verdwijnen! Sowieso zal maar een enkeling uitgroeien tot een volwassen zeepaardje, de meeste worden ergens onderweg opgegeten.