Je hebt van die dagen waarop het keihard waait en regent en je dus het liefste binnen blijft. Maar als er dan een zeehond wordt gemeld, moeten wij er toch op uit. Op het moment hebben we steeds van dit soort dagen. Er worden de laatste weken veel zeehonden op het strand gezien. Zo ging ik vorige week, samen met stagiaire Faye, in één rit bij vier zeehonden langs. Onderweg vonden we ook nog een dode dolfijn.
Dolfijn meegenomen
De rit begon met een jonge grijze zeehond die onder het paviljoen bij Paal 17 lag. We hebben hem eronder vandaan gehaald, een markering gegeven en een stuk verderop tegen de duinen gelegd. Vervolgens kwamen we het kadaver van de dolfijn tegen. Het was een gewone dolfijn, bijzonder voor Nederland. Hij was nog heel vers, een prachtig dier! Het kadaver ging meteen maar mee, we hadden toch een geschikte kist bij ons.
Kleurige zeehond
Bij Paal 23 lag een jonge grijze zeehond die al twee verfvlekken had: een gele en een oranje. Collega’s van een van de zeehondencentra aan de overkant hadden hem al gezien en beoordeeld. Bij navraag bleek hij op 5 januari bij Monster zijn eerste markering te hebben gekregen en op 6 januari bij IJmuiden de tweede. Nu heeft hij er van ons nog een mooie blauwe vlek bij! Het was niet nodig om hem mee te nemen naar de opvang.
Markeren en observeren
Bij de vuurtoren lag een gewone zeehond die ook niet mee hoefde en dus een markering kreeg. Het markeren met verf – die er vanzelf afslijt en verdwijnt met het verharen – is onderdeel van het protocol zoals vastgelegd in het zeehondenakkoord. Buiten Texel wordt dit gedaan door vrijwillige zeehondenwachters, op Texel doen de dierverzorgers van Ecomare dit. Wij hebben hiervoor allemaal dezelfde opleiding gevolgd. We beoordelen een dier op het strand: is opvang direct nodig, dan nemen we hem mee. Dat was het geval bij de laatste zeehond van deze rit, Arie. Arie bleek een erg zieke gewone zeehond te zijn. Hem hebben we dus wel meegenomen.
Volle opvang
Zeehonden met een markering laten we op het strand, maar houden we wel in de gaten. De opvang zit ondertussen behoorlijk vol met dieren die het niet zelf hadden gered. We hebben zowel gewone als grijze zeehonden om voor te zorgen. Bij die laatste groep was er een die nog afhankelijk was van moedermelk toen hij binnenkwam: Mees. Mees had, toen hij werd gevonden, nog zijn lange geboortevacht. Hij heeft de eerste tijd zalmpap gekregen, maar eet inmiddels ook hele vissen. Wel zo makkelijk!