Bij Ecomare doen we zelf geen onderzoek, maar we werken er wel graag aan mee. Vaste prik is bijvoorbeeld dat we vogels die we hersteld weer vrijlaten, een ring om hun poot doen. Zeehonden krijgen altijd een flippermerk en onderhuidse chip. In heel uitzonderlijke gevallen krijgen ze een zender. Dat is dit jaar met vijf zeehonden gebeurd.
Zenderonderzoek
Wat het zenderen van zeehonden betreft hebben we geluk dat zeehondenonderzoeker Sophie Brasseur daar onze dieren voor wilde gebruiken. Dat was handig en bovendien diervriendelijker dan zeehonden vangen in het wild om ze te zenderen. Zenders zijn enorm duur en voor ons normaal gesproken niet op te brengen. Wij profiteren nu dus fijn van het onderzoek van Sophie! Kijk voor meer informatie maar eens op onze website bij ‘volg de zeehonden’. Helemaal onderop die pagina vind je kaartjes waarop je de bewegingen van de zeehonden kunt zien.
Terugmeldingen
Zeehonden met een zender kunnen gedurende beperkte tijd gevolgd worden. De zender zit op hun vacht geplakt en valt bij de jaarlijkse verharing af. Ringen, chips en flippermerken zijn in principe blijvend, maar kunnen alleen afgelezen worden als je vlakbij het dier bent. Geringde vogels worden soms teruggevangen op ringbanen of hun ring wordt afgelezen in het veld. Alle ringgegevens en terugmeldingen worden centraal verzameld bij het Vogeltrekstation. Als een vogel van ons wordt teruggemeld, geven ze dat aan ons door. Er is bijvoorbeeld eens een jan-van-gent broedend in Engeland teruggemeld; wij hadden hem 8,5 jaar eerder opgevangen!
Ringen
Om vogels te mogen ringen, heb je een ringvergunning nodig. Omdat wij lange tijd niemand hadden die dat mocht doen, werd dat door Texelse ringers gedaan. Inmiddels heb ik zelf een vergunning en doe ik het meestal. We hebben ringen in allerlei maten in de Vogelopvang liggen, want je kunt een buizerd niet dezelfde ring geven als een merel.
Indrukwekkend
Ringonderzoek heeft in de loop van de jaren veel kennis opgeleverd over vogels. Vooral over hun trekroutes, broedgebieden, doodsoorzaken en levensverwachting. Van dat laatste hebben we ook bij Ecomare een paar indrukwekkende voorbeelden gezien. Zo kregen we eens een zilvermeeuw van 32 jaar in de opvang, een rosse grutto van 31 en een wulp van 23 jaar. Onlangs hoorde ik zelfs van een noordse stormvogel van 42 jaar. Als ik een dode vogel zie, kijk ik altijd even of hij een ring om zijn poot heeft. Is dat het geval, dan geef ik het nummer en de vindplaats door aan het Vogeltrekstation. Op deze manier kan iedereen meehelpen de kennis over vogels te vergroten. Jij ook!