Tien poten, een hard pantser, zijwaarts lopend en ogen op kleine steeltjes. Rara, over welk dier heb ik het? Er zijn heel veel verschillende soorten krabben, maar ze voldoen allemaal aan deze beschrijving. Verder hebben ze ook veel verschillen. In ons Zeeaquarium kun je meerdere soorten bekijken en vergelijken.
Groot en bekend
De grootste krab die in onze aquaria leeft, is de Noordzeekrab. Het is een veelvoorkomende en opvallende soort, net als de kleinere strandkrab en de zwemkrab. We hebben trouwens twee soorten zwemkrabben: de fluwelen en de gewone. Zwemkrabben zijn te herkennen aan hun afgeplatte achterste poten. Het zijn een soort peddels; handig bij het zwemmen!
Kleinere soorten
In het ondiepe rotspoelaquarium kun je kleinere, wat minder bekende soorten krabben vinden. Zo leven er blaasjes- en penseelkrabben, soorten die eigenlijk in Oost-Azië thuishoren. Het zijn dus exoten, maar gelukkig zijn ze niet schadelijk gebleken. Ze hebben een eigen plekje in ons ecosysteem weten te vinden. Een andere, echt leuke, soort die in het rotspoelaquarium leeft, is de gewone spinkrab. Spinkrabben camoufleren zichzelf door wiertjes, stukjes schelp en anemoontjes uit hun omgeving op hun poten te bevestigen.
Voedselkeuze
Naast de uiterlijke kenmerken die ik aan het begin van dit weblog opsomde en die voor alle krabbensoorten gelden, zijn er nog meer overeenkomsten tussen de soorten. Zo zijn het allemaal vleeseters. Of de prooi dood is of levend maakt ze niet uit. Het zijn echte opruimers! Met hun scharen knippen ze het eten, als het te groot is, in hapklare brokjes. Vervolgens stoppen ze het met diezelfde scharen in hun mond. Bij Ecomare voeren we de krabben stukjes vis, mosselen en garnalen.
Verschalen
Het harde pantser van krabben maakt dat ze schoksgewijs groeien. Het pantser, exoskelet genoemd, groeit namelijk niet mee. Daarom moet het regelmatig vervangen worden door een nieuw, groter pantser. Dit noemen we verschalen. Een jong krab verschaalt wekelijks, een oudere veel minder vaak. Bij het verschalen kruipt de krab uit zijn pantser. Zijn nieuwe pantser is dan korte tijd zacht. De krab zuigt zich dan vol water, waardoor hij snel in volume toeneemt. Als het pantser hard wordt, zit hij dus een tijdje ruim en kan hij binnen het pantser groeien. Dit gaat hun leven lang door, alleen langzamer bij oudere dieren dan bij jonge.
Op het droge
De krabben die je in onze aquaria kunt zien, horen allemaal in zee. Toch loopt er geregeld eentje over de grond. Ze kruipen namelijk wel eens uit hun aquarium. Dat is een bijzondere eigenschap van krabben: ze kunnen langere tijd op het droge leven. Ondanks dat ze kieuwen hebben! Ook als ze op het droge zijn moeten ze zorgen dat er een laagje water rond hun kieuwen zit, waar zuurstof doorheen kan diffunderen. Als een krab uitdroogt, gaat hij dood, maar ze kunnen dat wel relatief lang voorkomen.