Bij strandpaal 8 op Texel lag een kwal van 50 cm (Foto Fitis, Sytske Dijksen)
Doorgegroeid in de winter
De verklaring voor dit verschijnsel is eenvoudig: Deze reuzenkwallen hebben de winter overleefd. Intussen zijn ze wel doorgegroeid, en daardoor zijn ze zo groot. Dat gebeurt af en toe, maar alleen in een zachte winter. In een koude winter gaan de kwallen allemaal dood, en blijven alleen de poliepen in leven. Deze snoeren aan het einde van de lente pas weer kwallen af, waardoor de zeepaddenstoelen die je in de zomer ziet veel kleiner zijn.
Niet gevaarlijk
De zeepaddenstoel is onze grootste kwal, maar gevaarlijk is hij niet. De netelcellen van deze soort zijn te zwak om door de menselijke huid te dringen. Hij voedt zich met plankton, die de kwal met de dikke lobben aan de onderkant uit het water filtert. Door de doorzichtige hoed heen kun je de geslachtsorganen zien zitten, bij mannetjes zijn die blauw-wit en bij vrouwtjes bruin-wit. Vaak zitten er kwalgarnalen in een zeepaddenstoel. Dat zijn parasieten, die van de eieren van de kwal vreten. In de reuzenkwal die we zelf vonden zaten deze niet.
Kees Groenewoud met een grote zeepaddenstoel bij Ceres.
Waar?
Op Ceres, een wadstrandje bij Oudeschild werd een zeepaddenstoel van 40 centimeter gevonden. Een medewerker van het Koninklijk Nederlands Instituut voor onderzoek der Zee zag er één van 50 centimeter liggen langs de Prins Hendrikdijk op Texel en er werd er in de komfuik van het instituut nog een gevangen, deze was 49 centimeter. Bij strandpaal 8 vond Ecomare-medewerkster Sytske Dijksen er één van 50 centimeter.
Meer weten?
Hier kun je meer lezen over zeepaddenstoelen en andere kwallen.